De hoofdactie van den 21sten Maart vraagt aandacht voor deaf-
deelingen van Generaal Van Deventer en die van Generaai Shep-
pard.
Van Deventer had na een nachtmarsch bij het aanbreken van
den dag van 21 Maart de Pangani-rivier bereikt ter hoogte van
den Kahe-heuvel. De Pangani leverde een aanzienlijke hindernis,
doch Van Deventer deinsde daarvoor niet terug. Ofschoon de ge
nie-officieren het slaan van een brug voor ondoenlijk hielden, schrik
te men niet terug en de „1st South African Horse" kreeg order
over de rivier te zwemmen, waarin die dapperen na een paar on
gelukken slaagden. Door dicht bosch voortworstelende namen zij
den Kahe-heuvel, die slechts zwak bezet was (één compagnie).
Deze actie was voor Lettow's positie noodlottig.
Op denzelfden dag ging Generaal Sheppard tot den aanval over;
zijn macht was aldus samengesteld:
2de Oost-Afrikaansche brigade (3 bataljons):
XXVste Bat. Royal Fusileers,
XXIXste Bat. Pundjabis.
CXXIXste Bat. Baluchis.
2de Zuid-Afrikaansche brigade (3 bataljons):
Vde Zuid-Afrikaansche Bat.
Vide Zuid-Afrikaansch Bat.
Vlllste Zuid-Afrikaansch Bat.
Iste King's African Rifles,
één eskadron cavalerie,
twee veldbatterijen (1ste en 3de Zuid-Afr.).
één bergbatterij.
één houwitserbatterij,
twee pantserauto's.
Toen Gen. Smuts vernam, dat Van Deventer Kahe naderde, kreeg
Generaal Scheppard order tot den aanval over te gaan op Kahe.
De opmarsch werd ingezet om half twaalf 's morgens en wel
met de Zuid-Afrikaander brigade west en de Oost-Afrikaansche bri
gade oost van den Massai-Kraal Kahe tusschen de rivieren Defu en
Soko Nassai en daaraan aangeleund.
Sheppard was hier aangewezen op een frontaanval met de on
dervindingen van Salaita en Reata daaraan verbonden „with or
without the aid of the 3rd South African Brigade, to envelop his
right (eastern) flank (van den vijand)". De samenwerking met de 3de
brigade bij Euphorbiën-heuvel was dus niet verzekerd (Het citaat is
uit Smuts' dispatch).
833
I. M. T. 54, 1920.