organiseerde nu een kleine expeditie, welke landde in de Kwalebaai, 13 KM. ten N. van Tanga. Den 7den )uli verliet VON Boemcken de stad, welke zulk een roemrijke bladzijde heeft gevuld in de geschiedenis van den oorlog van D.O.A. Afrika. Majoor von Boemcken trok echter niet naar het zuiden, zooals algemeen werd verwacht, neen, hij bleef in Oesambara. Dit was voor Smuts niet aangenaam, want hij werd nu genoodzaakt om te beproeven de afdeeling van von Boemcken onschadelijk te maken. De telegraafverbinding was doorloopend gestoord, transporten wer den vernield, de spoorbaan werd opgebroken, bivaks overrompeld, in 't kort, von Boemcken stichtte er heel wat kwaad. Om nu von Boemcken onschadelijk te maken, werd Hannyngvon teruggezonden van de Lukigura-rivier naar Handani en van hier langs den ouden karavaanweg naar Pangani, waardoor de weg naar het zuiden voor den vijand afgesneden werd. Hij kwam ech ter te laat, von Boemcken was er reeds door. Twee bataljons infanterie n. 1. werden van Tanga en Korogwe naar Muheza gezonden om den vijand bij den Segera-heuvel aan te tasten. Hardnekkig werd den 15den Juli hier gestreden, en na tuurlijk kon Methner het hier niet houden, zoodat hij de linie des vijands doorbrak en naar het zuiden terugtrok over Hale naar de Wami-rivier, von Boemcken ging meer oostelijk. Behoudens enkele kleinere afdeelingen was Oesambara vrij van vijanden. Na meerdere gevechten hadden Methner en von Boemcken kans gezien zich bij de hoofdtroepen aan te sluiten, aanvankelijk achtervolgd door een bataljon Pathans. Generaal Hannyngton werd teruggenomen naar de Lukigura-rivier, terwijl hij zijn bataljon Pathans vervangen zag door het LVlIste Bat. Rifles. Majoor von Boemcken had dus de operatiën tegen de Nguru-bergen een oponthoud bezorgd van circa l'/2 maand. Thans noodig ik de lezers uit om de gebeurtenissen te bekijken in Kondoa irangi. Generaal Van Deuenter naar den Tanganjikaspoonreg. De 2de divisie had belangrijke versterkingen ontvangen, dit merkte ik reeds eerder op; ik breng nog even in herinnering, dat Kondoa Irangi den 19den April werd bezet, en dat Lettow in den nacht van 8 op 9 Mei zijn ongewilden aanval deed op de troepen van Van Deventer. 846

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 38