De Duitsche divisiën, welke door vuur niet waren te vernietigen,
zouden door het water tot wijken worden gebracht. Op het beslis
sende oogenblik werden bij opkomenden vloed op last van Koning
Albert de sluizen geopend en langzaam maar zeker het tevergeefs
met mannenmoed verdedigde stellinggedeelte onder water gezet.
Het IIIde reservekorps, de kranige nazaten van het beroemde Bran-
denburgsche legerkops, dat onder zijn commandant Constantin von
Alvensleben onverwelkbare lauweren op de slagvelden van Vionville
had geoogst, moest terug.
Wat het nemen van die beslissing den kommandeerenden Gene
raal von Beseler zal hebben gekost Calais, Duinkerken
Engeland waren veilig.
Toen bleef de Duitsche legerleiding nog een middel
de garde, waarvan een Engelsche criticus zegt: „The Prussian
Guard displayed in their advance the invincible courage for which
„they have ever been famed." (1)
Was de doodelijke stoot benoorden Yperen door het water opge
vangen, de Duitsch legerleiding zou hem nu bezuiden Yperen op
het vijandelijke front richten.
Hiervoor werd tusschen het 4de en het 6de Leger de legergroep
Linsingen, bestaande uit het XVde leger korps en het korps Plet
tenberg, waarbij de garde, ingezet.
De 11de Nov. was aangewezen voor den aanval met als doel het
veroveren van Yperen. Het weer was zoo ongunstig mogelijk, een
sterke, ijskoude wind striemde de aanvallers in het gelaat, terwijl
de regen, die bij stroomen viel, den geheelen dag aanhield. De
aanval werd ingeleid door een zwaar artillerievuur, dat van den
vroegen morgen tot ongeveer half tien duurde
Ofschoon de vijand door de voorwaartsche beweging over het
geheele front werd gebonden, had de hoofdaanval tegen de sleutel
positie van de vijandelijke stelling door de garde plaats.
De groote weg Yperen-Meenen lag in de aanvalstrook, de garde
toegewezen.
Het zou voor haar een bloedige eeredag worden; de zonen zouden
zich der vaderen waardig toonen, de roem van St. Privat het slag
veld van Yperen overstralen.-
(1) The First Seven Divisions; by E. W. Hamilton.
Vermeld zij, dat dit werk, in '16 geschreven, reeds de 21ste uitgave
telt. (Jan. '18;.
860