De 4de gardebrigade wordt, rechts aan de 4de divisie infanterie aansluitende, ingezet; de 1ste brigade ten noorden van den straat weg voor het gevecht ontwikkeld. Wederom als op 18 Aug.'70 het lste reg. links van het 3de. En ook onder dezelfde omstandigheden als op dien dag begon de aanval met den opmarsch door een helsch vuur. Lang, vóór de brigade den vijand op gevechtsafstand naderde, moesten de bataljons onder zwaar artillerievuur groote open terrein gedeelten doorloopen. Het hooge moreel en de ijzeren discipline der garderegimenten maakten het mogelijk, dat de verbanden in de grootste orde door de vuurzóne heenkwamen. Gesteund, en nu in tegenstelling met voorheen, op tijd door de Duitsche artillerie kwam de garde voorwaarts. De regen viel bij stroomen. Om 10 uur v.m. was men zoo ver genaderd, dat tot den storm kon worden overgegaan. Het object voor het 3de reg, was het Polygonenbosch, waarvan de zuidrand ondanks het sterke vuur werd gekomen. Meer zuidelijk bestormde het lste reg. de hoeve Verbeek, die in eersten aanloop werd bezet. Hiermede had de lste brigade als rechter vleugel zich in het be zit gesteld van een sterk steunpunt. Onder aanvoering van zijn onverschrokken, geen gevaar achtenden commandant Prins Eitel Fritz van Pruisen drong het lste reg. verder in het bosch benoorden de hoeve door, te zelfder tijd hand haafde het 3de reg. zich in den zuidrand van de bosschen west van Reutel, front naar het noorden. De laatste reserves moesten worden ingezet om het hier te kunnen houden. Naast en links van de lste brigade was de 4de brigade in gevecht gewikkeld in niet minder zwaar boschterrein, dat ook hier door de Engelschen hardnekkig werd verdedigd. Het gevecht, vooral om het kasteel Veldhoek, kenmerkte zich door uiterste hardnekkigheid, waarbij aan beide zijden zware verliezen werden geleden. Om 5 uur n.m. voerden de Engelschen met hun garde een tegen aanval uit tegen de linkervleugels van beide brigades. De tegenaanval van uit het Nonnenbosch door het Liverpool reg. trof het Duitsche regiment in zijn linkerflank. Plaats en tijd voor den tegenaanval waren goedgekozen; de lste brigade had een zware dobber en handhaafde zich met de uiterste moeite in deboschrijke 861

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 55