gade uit de gevechtslinie worden genomen, teneinde achter het front te worden gereorganiseerd. Dat dit hoog noodig was, blijkt uit het volgende: De Brigade was in Augustus 4500 man sterk en telde op den 12en Nov. nog slechts: 1st Scots Guards: 1 kapt., 69 man. 2nd Coldstreams: geen off., 150 man. Black Watch: 1 kapt., 109 man. Camerons: 1 Kol., 1 maj., 1 luit., 140 man. Bovendien was de dappere brigade commandant, Generaal Fitz- Clarence, gesneuveld. Het toeval heeft gewild, dat op den llen November de 1ste Pruisische gardebrigade in gevecht kwam met de 1ste Engelsche gardebrigade. Afgescheiden van den uitslag van den strijd, die beide partijen zich als overwinning toerekenden, hebben deze brigades, wat dap perheid betreft, elkaar niets toegegeven. Het Engelsche Leger heeft trouwens voldoende getoond, wat on verschrokkenheid aangaat, niet voor het Duitsche onder te doen. Wie daaraan mocht twijfelen, leze: „The First Seven Divisions". Nothing can ever surpass, as a story of simple, sublime pluck, the history of the first'three months of Engeland's participation in the Great WarThe first Expeditionary Force is no more. The distinctive names and numbers of the units, that composed it, still face one from the pages of the „Army List"; but of the bron zed, cheery men who sailed in August 1914 on third lies under the soil ofi France and Flanders. Doch ook voor de lste Pruisische gardebrigade geldt dat, welke wapenfeiten in het verloop van den wereldoorlog nog mogen zijn bedreven, en vele zullen de glorie der garde nog hebben verhoogd (1), de roemrijke daden van 18 Aug. 1870-14 November 1914 kunnen zijn evenaard, doch niet overtroffen. III. Wie de slagvelden van Metz bezoekt en St. Privat bezoekt, aan schouwt aan de zuidwestelijke uitgang van het dorp een rootsch beeldhouwwerk, voorstellend een leeuw in dreigende houding met het front naar het westen gekeerd. (1) Zie o. a. Die franzosischen Angriffe von 8- 13 Januari 1915 und der Einsatz der 1 Garde-Brigade. Der grosze Krieg. Kampte in der Champagne. 864

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 58