len en daardoor miste de uitspraak van den Volksraad veel van de kracht, welke zij gehad zou hebben, indien het college zich met dezelfde groote meerderheid zonder motie vereenigd had met het voorontwerp der Reg. En zulks kan van wezenlijk belang zijn te= genover het Opperbestuur in Nederland, dat ten slotte over de sa menstelling der weermacht beslist. Zou dit werkelijk de bedoeling zijn geweest van eenigen der onderteekenaars, die, volgens som migen, in beginsel gekant zijn tegen de Inl. militie, welke zij als een hoogst onvoorzichtige bewapening van de inheemsche bevol king tegen het bestaande gezag beschouwen? Inderdaad maakt de repliek van den Heer Westenenk bij aan dachtige lezing den indruk, dat hij de zaak het liefst op de baan wil schuiven en dan beteekent zijn onderteekening van de motie geen onvoorwaardelijke instemming met het beginsel van het ontwerp. Intusschen geloof ik, dat, indien de behandeling eerder had plaats gehad, dus niet op een tijdstip, toen én Volksraad én Regeerings- gemachtigde al heel wat werk achter den rug hadden, indien dui delijk op den voorgrond gesteld was, dat het alleen ging om het beginsel, terwijl organisatie der weermacht met kostenberekening zou volgen, zoodra de nieuwe militaire toestand ten volle kon wor den overzien, de Volksraad ook zonder motie of commissie het voorontwerp zou hebben aangenomen, zij het met eenige stemmen meer tegen. Dat de Reg. de door de motie-KOESOEMO Joedo bedoelde com missie nog niet benoemd heeft, beteekent niet, dat ook zij de zaak op de lange baan wil schuiven. Maar het Opperbestuur had onder- tusschen een interdepartementale commissie aangewezen voor het onderzoek van eenige vragen betreffende de maritieme weermacht van Indië en daarom is het practischer eerst het verslag dezer com missie af te wachten. Zooals de Regeeringsgemachtigde bij de be handeling van de marinebegrooting in de jongste voorjaarszitting van den Volksraad mededeelde, is het de bedoeling, dat een van de leden der interdepartementale commissie met het rapport naar Indië zal komen om dan zitting te nemen in de commissie bedoeld in de motie-KOESOEMO Joedo. Middelerwijl heeft ook de defensiecommissie, ingesteld door den Algemeenen tond van Roomsch-Katholieke Rijkskieskringorganisa- ties in Nederland, zich uitgesproken ten gunste van dienstplicht onder de Inl. bevolking, welke dan ook niet kan uitblijven, wanneer men hardnekkige verdediging van den archipel wenscht in plaats van alleen het opvangen van den eersten vijandelijken aanval, 871 i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 65