i
hebben doen verschijnen. Van hun kant schreven de twee bijzitters
dezelfde mutaties op de expeditie, die zij in handen hadden.
Was dit werk in de geheele provincie beëindigd, dan vaardigde
de gezant des konings voor elke afzonderlijk een besluit uit betref
fende de indeeling, zooals die was na de mutaties en verbeteringen,
goedgekeurd gedurende zijne zittingen.
Door middel van dit besluit maakte de gemeente in de 10de
maand van hetzelfde jaar een rol öp. Deze rol, geteekend door den
burgemeester en twee notabelen hiertoe aangewezen en gecontra
signeerd door den chef en den souschef van het canton, werd ter
verificatie opgezonden aan het hoofd van den provincialen admi
nistratieven dienst.
Was zulks in alle gemeenten geschied, dan maakten de provin
ciale bureaux per arrondissement een rol op in tweevoud. Deze rol
gaf in extenso weer het afschrift der rollen van alle gemeenten van
het arrondissement. Opgemaakt namens den gouverneur der provin
cie werden zij aan het ministerie overgelegd, dat de beide expedi
ties goedgekeurd en voorzien van de dienstzegels aan de provin
cie terugzond.
Op zijn beurt deed het hoofd van den provincialen administratie-
ven dienst weer zijn zegels hechten aan den rol der gemeente, die
daardoor kracht van uitvoering bekwam.
De rol van het tellingsjaar werd genoemd die der groote
correctie. De 10de maand van elk jaar, volgend op dat van de
stelling, maakte de gemeente een rol op, genaamd die der kleine
correctie, onderworpen aan de reeds vermelde formaliteiten. In deze
supplementaire rollen werden alleen de namen van die ingeschrevenen
vermeld, die wegens ernstige redenen, als dood, vermissing, straf,
onderhevig waren aan een gedwongen mutatie op den rol der
groote correctie. Mutaties wegens ouderdomsgebreken of andere
gemakkelijk na te gane redenen konden slechts bij eene volgende
telling goedgekeurd worden.
In beginsel moest ieder man, die eenig goed in de gemeente
bezat, dan wel er een beroep uitoefende, dat hem een zekeren
welstand bezorgde, worden ingeschreven. Het aantal ingeschrevenen
eener gemeente mocht nooit verminderen. Elk verlies, door force
majeure zooals dood, vermissing, veroordeeling. moest door de
gemeente gemeld worden in een memorie, die te zelfder tijd den
naam van den nieuw-ingeschrevene ter vervanging van den
verdwenene inhield.
De klasse der krachtigen was de eenige, die soldaten, satellieten
876