Zie hier karakterschetsen, die bijna ongewijzigd op onze Inlandsche krijgslieden mede van toepassing zijn. Alsnu de politieke toestand, waarbij kortheidshalve alleen van de laatste jaren een overzicht gegeven wordt. Zooals reeds vroeger vermeld werd, hadden de Franschen bij hunne actie in Indo-China van den aanvang af den steun der Inlandsche Christenen. Dank zij de onvermoeide pogingen der missies, van af begin der 18de eeuw daar werkzaam, bedroeg hun aantal niet minder dan 1/10 der bevolking. Dat zij den Franschen goede diensten bewezen, blijkt uit een manifest van Tu Due: Als de „Franschen tot hier hebben kunnen doordringen, als zij onze wegen, „onze rivieren, onze bergen, alles wat in ons rijk geschiedt, hebben „kunnen verkennen, is het alleen dank zij de Christenen en hunne „priesters. Bijgevolg, als wij hen niet allen dooden, zullen wij er „nooit in slagen ons van de Westersche barbaren te bevrijden. Zoo- „dra wij ons beginnen te roeren, waarschuwen de Christenen de „overweldigers en wij hebben onze toebereidselen nog niet voltooid, „als zij ons komen verstrooien. Daarom ieder aan het werk en de „uitroeiing der Christenen voltooid. Als dit doel bereikt is, zijn de „Franschen tot algeheele onbewegelijkheid gebracht als een krab, „wiens pooten men gebroken heeft". Als godsdienst is het inheemsch Boeddhisme werkeloos; het is niet als de Islam en het Hindoeisme een godsdienstig verzamel- teeken tegen den vreemdeling. Het Christendom daarentegen was dat wel, ook al door de politieke propaganda der zendelingen hier als elders, want elke Annamiet, die het Boeddhisme opgaf voor het Christendom, verklaarde zich daardoor stilzwijgend een partij ganger der Franschen, wier geloof hij ging deelen. Het antagonisme tusschen de Annamitische Christenen en niet-Christenen is dan ook uitsluitend politiek geworden. Was het Christendom aldus een factor ten gunste der Franschen, anders was en is het gesteld met het nationalisme. Berustend, zooal niet uitgebluscht vóór den oorlog in Mandsjoerije, behalve dan bij enkele koppige vaderlanders, om de Fransche eigenliefde te sparen als pirate (verg. ons, sloeber") aangeduid, hebben de overwinningen der Japannners het nieuwe kracht geschonken. Het werd nog in de hand gewerkt door het bestuur van den Gouverneur-generaal Doumer en de gevolgen van zijn regime: allereerst de bruuske vermindering van het aantal man darijnen, een maatregel mogelijk gemaakt door de belastinginning, de uitbetalingen, de bemoeiingen met de militie e.d. aan Europeesche 888

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 82