Elk jaar omstreeks den têt geschiedden in de noordlijke provin
cies dezelfde feiten: proclamaties werden verspreid in naam van
koning Ham Nghi, in Algiers geïnterneerd, de bevolking aankondi
gend, dat een algemeene opstand aanstaande was en eindigend
met bedreigingen tegen de dorpen, die weigerachtig zouden zijn
schatting aan de rebellen te. betalen. Eenige operaties der militie
waren voldoende om paal en perk te stellen aan deze pogingen
tot oproer. De militie (garde civile' werd herhaaldelijk door bestuurs
ambtenaren het werk der geregelde troepen opgedragen, waardoor
wrijving ontstond, te meer, daar bij de kolonisten en burgerambte
naren de neiging voorzat de militie (garde civile) te prijzen ten
koste van het leger. Doch, merkt de Lanessan op, zekerlijk heb
ben de gardes principaux (onderofficieren) en de inspecteurs (offi
cieren) der militie steeds een bewonderenswaardigen moed getoond
en hadden zij een grooten moreelen invloed, waardoor zij in zekere
omstandigheden hun miliciens tot schitterende daden wisten te bre
ngen, maar de militie was noch talrijk, noch sterk genoeg geënca
dreerd om denzelfden rol als het leger te kunnen spelen.
Ten onzent zullen wij, waar de gewapende politie meer geloca-
liseerd, minder aan overplaatsing onderhevig en speciaal tegen den
I.V. geoefend is, over eenige jaren gevaar loopen voor toestanden,
als bovengeschetst, waar reeds blijkens eenige opstellen in vorige
jaargangen van het I.M.T. kiemen van wrijving tusschen G.P. en
leger aanwezig zijn.
In 1914 leverde Indo-China zijn contingent aan het moederland,
het mobilisatiebevel gaf tot meerdere deserties aanleiding. Hoewel
een bataljon Annamieten in den strijd om Verdun eervol vermeld
werd, werden zij bijna uitsluitend achter het front gebruikt voor
bouw- en graafwerk. Hun geduld en handigheid vonden verder veel
aanwending in de munitie-industrie, terwijl zij ook veel als auto
bestuurders te werk gesteld werden. (2)
Wellicht zal men nog wenschen te weten de sterkte-verhouding
tusschen Fransche en Inlandsche troepen. Voor de laatste jaren
(1). In het voorbijgaan zij hier vermeld, dat bij besluit van 18 januari,
1899, voor de inspecteurs der garde civile indigène (onze divisie-
commandanten der gewapende politie) de kennis van een der talen
van Annam, Cambodja of Laos verplichtend gesteld is. Ten onzent
bestaat een dergelijke eisch niet.
(2) Illustration, 22—9—1917 en 13—10—1917.
892