Korte Qlededeeiingen.
Illustratie.
In de Septemberaflevering van het I. M. T. komt een artikel voor
van de hand van kolonel Gerth van Wijk, handelende over de positie
van den infanterie-ofticier. In dit opstel, dat mijne volle sympathie
heeft, frappeerden mij in het bijzonder deze, aan het hoofd van
bladzijde 750 voorkomende woorden: Immers de positie van den
officier wordt niet alleen bepaald door de inkomsten, aan iederen
rang verbonden, doch ook en niet minder door de kansen of het
berdken van een bepaalden rang binnen redelijken tijd.
Teneinde te laten zien, dat deze waarheid noch door het leger
bestuur noch door de Indische regeering als zoodanig wordt erkend,
komt het mij in dit verband niet ondienstig voor, het antwoord te
publiceeren, hetwelk ik mocht ontvangen op een door mij op den
19den Juni 1920 aan Z. E. den Gouverneur-Generaal gericht rekest,
waarin ik de aandacht vestigde op het feit, dat de bevordering van
luitenant-kolonels der infanterie tot den kolonelsrang belangrijk bij
die van andere wapens en diensten ten achter staat.
Dat antwoord luidt als volgt:
No. 55.
Uittreksel uit het register der besluiten van den
Gouverneur=Generaal van Nederlandsch-lndië.
Batavia, den 3den Augustus, 1920.
Gelezen het verzoekschrift, gedagteekend Palembang 19Juni 1920,
van den Luitenant-Kolonel der Infanterie R. Boonstra van Heerdt
houdende verzoek door eene tijdelijke uitbreiding van het Wapen
der Infanterie met eenige kolone'ls tegen gelijktijdige inkrimping van
de samenstelling van dat Wapen met hetzelfde aantal luitenant-
Kolonels de verloren geraakte gelijkheid in bevorderingskansen bij
de onderscheiden wapens en diensten te herstellen;
Is goedgevonden en verstaan:
Aan verzoeker te kennen te geven, dat zijn vooromschreven verzoek
voor inwilliging niet vatbaar is, omdat gelijkheid in bevorderings-
kansén bij de verschillende wapens en diensten nimmer heeft be
staan en invoering van dat beginsel tot wijzigingen in de vastgestelde
legersamenstelling zou leiden, waarvan de gevolgen niet zijn aan
te geven, terwijl door den bij de nieuwe bezoldigingsregeling aan
834