Een bezoek aan West Point. Tijdens mijn laatste reis door Amerika, was ik toevallig in de gelegenheid om met een introductie aan een der hoofden van on derwijs aldaar, een bezoek aan de Amerikaansche Militaire Acade mie te West Point te brengen. Wat ik daar zag, was zoo verschil lend van wat ik en anderen met mij daarvan verwachtte in verband met den democratischen geest en het kleine onbekende leger, dat Amerika er tot nog toe op na had gehouden, dat een korte beschrijving in dit tijdschrift misschen op haar plaats is. West Point, de zetel van de militaire academie, ligt op ongeveer 75 K. M boven New York aan den Hudson, waar deze op zijn mooist is en sterk aan den Rijn bij Bonn doet denken. De oprichting dateert van 17 78; aanvankelijk alleen voor de ge nie, later ook voor de artillerie. Toen 18 jaar later een geweldige brand alle gebouwen vernietigde, begon men bij den wederopbouw de plannen uit te voeren, die oorspronkelijk door George Washing ton waren voorgesteld. In 1802 werd de academie weder geopend, doch thans voor cadetten welke naam toen ook in het Ameri kaansche leger ingevoerd werd van alle wapens tot een maxi mum aantal van 175. De academie kon zich echter niet in de pu blieke belangstelling verheugen en leed dan ook een kwijnend be staan, zoo zelis, dat in 1810 geen instructeurs beschikbaar waren en officieren en cadetten met moeite hun salaris kregen. Bij congresbesluiten van 1817 en 1896 werd de academie gere organiseerd en voorzag daarna tot het begin van den oorlog in ruimte voor maximum 1332 cadetten Thans is dit getal tot 1700 opgevoerd, terwijl verdeeld over de Vereenigde Staten nog infan terie-, cavalerie-, artillerie- en geniescholen zijn opgericht, die even eens voor den officiersrang opleiden. De toelating tot West Point heeft in het kort als volgt plaats. De candidaten moeten voldoen aan een keuring en een toelatings examen, waarbij de verschillende plaatsen als volgt zijn verdeeld. Ieder congreslid mag na voldoening aan de toelatingseischen uit zijn kiesdistrict, 2 candidaten benoemen; iedere staat beschikt weer over 4 plaatsen, de territories en Porto Rico, ieder over 2, en de V.S in hun geheel nog over 80 plaatsen, waarvan er echter 20 moeten zijn, afkomstig van particuliere scholen, waar actieve officieren tot het geven van onderwijs zijn gedetacheerd (military schools). De president kan ook cadetten aanstellen uit de vrijwil ligers van het leger, doch niet meer dan 180 per jaar. Als superintendant zooals de titel van den directeur luidt 899

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 93