dacht gewijd worden.
Den lezer valt het al dadelijk op, dat gesproken wordt in het
hoofd van dit artikel van ongeoorloofde afwezigheid door schuld.
staande tegenover de opzettelijke, waarvan o. m. in artikel 81
melding wordt gemaakt. De afwezigheid eerst geoorloofd zijnde, kan
uit den aard der zaak veranderen in ongeoorloofde, bijv. als iemand met
verlof zijnde, achterblijft van verlof. Gaat de aanvankelijk culpose
ongeoorloofde afwezigheid over in opzettelijke, dan is volgens de
verklaring van de Regeering deze niet van invloedwaarom de
Regeering dat verklaard heeft, is mij onbegrijpelijk, doch men zal
wel doen om de jurisprudentie af te wachtenik vermoed, dat de
militaire rechter het zwaartepunt, dat door vd. zienswijze gelegd
wordt op de aanvankelijk culpose ongeoorloofde, wel zal verplaatsen
naar de opzettelijk ongeoorloofde afwezigheid. De termen „tijd van
vrede" en „tijd van oorlog" bespraken wij reeds vroeger en moet de
uitleg dier termen daar dan ook gezocht worden (zie blz. 676).
Wat de termijnen betreft: de opmerking, dat er bij ongeoorloofde
afwezigheid in tijd van vrede een minimum is genoemd van een dag
minder dan een dag valt onder de Wet op de Krijgstucht hetgeen
niet het geval is bij die in tijd van oorlog, wat ook begrijpelijk
is; de ernst der omstandigheden doet de schending van de dienstver
richtingen in zwaarte aanmerkelijk toenemen. De maxima zijn voor
tijd van vrede dertig dagen die voor den tijd van oorlog vier dagen.
Duurt de culpose afwezigheid langer dan dertig en vier dagen on-
derscheidelijk, dan is het hieronder te behandelen artikel 82 2o van
toepassing.
Wanneer begint nu de termijn van afwezigheid te loopen Waar
geen bepalingen ter zake zijn vermeld, kan volstaan worden met vast
te stellen, wanneer de verzaking van de dienstverplichtingen een
aanvang genomen heeft, bijv. de man is gestraft en verschijnt niet op
een gestraften-appel, dan heeft men het beginpunt en in uren tellende
waar bij artikel 88 (97) W. v. S. dient, kan de minimum-termijn van
een dag al spoedig vastgesteld zijn.
Bewezen behoeft natuurlijk niet te worden, dat gedurende den
geheelen termijn van afwezigheid de culpa aanwezig was, voldoende
is die gedurende den vd. minimum termijn aan te toonen.
Behalve wat sub 4o voor de Marine van toepassing is, wordt
daar ook nog vermeld, dat een verzwarende omstandigheid is, het
feit, dat de ongeoorloofde afwezigheid een onmoeting met
den vijand, dus in tijd van oorlog, doet misloopen.
Komen wij thans tot de behandeling van de opzettelijke ongeoor-
922