te onttrekken. Men heeft hiermee het geval onderschept, dat een
matroos, die wegloopt en een verbintenis sluit bij de landmacht,
wat hier in Indië nog weieens is voorgekomen, of de handeling
van den de man, die wegloopt van een op expeditie zijnd korps en
opnieuw dienst neemt bij een korps in een vredesgarnizoen. Door
de nieuwe redactie is dus de man, die zich met verandering van
naam engageert bij een ander korps van de armee (vergelijk de
artikelen 153 jo 154 van het Crimineel Wetboek voor het Krijgs
volk te Lande) bijv. onder dit artikel te brengen.
In artikel 83 heeft nu Wetgever de verzwarende omstandigheden
bij elkander gebracht en bepaald:
Het maximum der in de artikelen 81 en 82 gestelde straffen
wordt verdubbeld:
lo indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren
zijn verloopen, sedert de schuldige eene hem, hetzij wegens desertie
hetzij wegens opzettelijke ongeoorloofde afwezigheid bij vonnis op
gelegde straf geheel of ten deele heeft ondergaan, of sedert die
straf hem geheel is kwijtgescholden of indien tijdens het plegen van
het misdrijf het recht tot uitvoering dier straf nog niet is verjaard;
2o indien twee of meer personen gezamenlijk of ten gevolge van
samenspanning het misdrijf plegen;
3o indien de schuldige is bevelvoerend militair;
4o indien hij het misdrijf pleegt, terwijl hij is dienstdoende
5o indien hij zich naar of in het buitenland verwijdert;
6o indien hij zich van een vaartuig der krijgsmacht verwijderende,
het misdrijf pleegt met behulp van eene tot de krijgsmacht be-
hoorende sloep of ander licht vaartuig;
lo indien hij het misdrijf pleegt met medeneming van een tenbe-
hoeve der krijgsmacht gebezigd dier, een wapen of munitie.
Indien het in artikel 81 omschreven misdrijf of het misdrijf van de
sertie in tijd van vrede vergezeld gaat van twee of meer der in
no. 1-7 vermelde omstandigheden, wordt het maximum der in het
eerste lid gestelde straf nogmaals met de helft daarvan verhoogd.
Het sub lo aangegeven geval loopt paralel met het bepaalde in de
zgn. recidive-artikelen van het gemeene wetboek van strafrecht, zie
de artikelen 421 (486) en volgende.
Ik moet voorts wijzen op het woord „vonnis"; krijgstuchte-
lijke afdoening kan dus nooit een grondslag voor recidive vor
men. Wat „samenspanning" is, kan men in artikel 80 (88)
van het Wetboek van Strafrecht lezen en verwijs ik, waar
dit vroeger reeds tersprake gekomen is, kortheidshalve daar-
925