inductie bij de siuitsignalen verkrijgt men, door om den electro.mag- neet een koker van weekijzer te plaatsen, die in verbinding staat met de kern. Ook bij deze signalen is weer regeling van de gevoeligheid mogelijk en wordt kleven van het anker tegengegaan. De werking is weer dezelfde als bij de opschelsignalen Een afschelsignaal met zoo'n weekijzeren mantel ziet men in de figuren 3 en 4. De uitvoering als mantelelectromagneet kan ook bedoeld zijn, om wederkeerige inductie der signaalwindingen geheel uit te sluiten, waarom dan ook dikwijls de oproepsignalen van een mantel worden voorzien. Aan de nieuwere wisselborden komen voor siuitsignalen, die na openvallen, automatisch electrisch worden gesloten door het neer drukken van een drukknop. Figuur 5 geeft hiervoor een schakeling. Ook de siuitsignalen zijn voorzien van een zoogenaamd wekker- schel-contact. Dikwijls treft men bij zeer kleine wisselborden aan, dat de op schelsignalen tevens als afschelsignalen dienst doen en hebben zij dan een weerstand van ongeveer 600 Ohm. Figuur 6 stelt voor een dubbeldraadsklink, welke evenwel ook als klink in enkeldraadswisselborden dienst kan doen. Een speciaal geconstrueerde enkeldraadsklink geeft figuur 7 aan. De werking dier klinken is de volgende. Door het insteken van een stop, wordt (worden) de buitenste veer(en) uitgebogen, waar door dus mede in verband met de geleidende onderdeden der stop pen, geheel andere stroomloopen in de geleidingen van het wissel bord worden verkregen. Een koord is een geleidende kern, omgeven door een isoleerende laag. Bij de dubbeldraadskoorden is deze laag weer omgeven met een tweede geleiding, bestaande uit een vertinde staaldraad, spi raalvormig om het koord gewonden. Het geheel is dan door een dichte omspinning met katoen omgeven. Een einde van het koord mondt uit in een stop. De stoppen voor dubbeldraadskoorden hebben natuurlijk twee geleidende onderdee- len, de stop en de steel genaamd, die geïsoleerd van elkaar zijn. (Figuur 8) Bij enkeldraadskoorden zijn de koorden als regel met de stelen en stoppen verbonden. Eindigt het koord aan het andere einde niet in een tweede stop, dan zijn in het algemeen de gelei- dingen elk geklemd tusschen twee stukjes messing, de zoogenaam de koordklemmen, waardoor een deugdelijk contact verkregen, en een gemakkelijk verwisselen der koorden, wanneer zij versleten 933

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 25