Wordt het wisselbord ingericht om twee soorten telefoonposten te verbinden, namelijk zij, die voorzien zijn van dubbellijnen en zij, die voorzien zijn van een enkelen draad, dan is het wenschelijk, de aansluitingsklemmen in twee groepen te scheiden, zoo, dat het voor een centraalbedienaar gemakkelijk is na te gaan, tot welke groep de oproepende of een op te roepen post behoort. De draden van de eerste soort posten zijn paarsgewijze op de klemmen aan te brengen; de draad van de tweede soort posten wordt bijvoorbeeld geplaatst onder de linkerklem van een paar, terwijl de rechterklem dan met de aardkiem verbonden wordt. Alle rechterklemmen van de posten met een enkellijn komen dan aan aarde te liggen. Voor elke te gebruiken batterij moet een reservebatterij aanwezig zijn. Verbindt men twee zusterbatterijen op de klemmen van een omschakelaar, dan kan dagelijks een der batterijen in gebruik gesteld worden, terwijl de tweede dan als reserve dienst doet. De levens duur der elementen wordt hierdoor beduidend vergroot. Figuur 12 geeft een schema van de inrichting van een wisselbord van het type als onder I vermeld. Schelt post 1 op, dan zal het klepje van signaal 1 vallen (de stroomloop van den inductorstroom is gemakkelijk te volgen), waar door bij inschakeling van de gelijkstroomschel, de keten van de schelbatterij gesloten wordt. De centraalbedienaar is dus gewaar schuwd Hij steekt de stop van het koord, verbonden aan klem- schroef T in de bijbehoorende klink 1 en richt het klepje op. Steel en knop van deze stop vormen één geheel en zijn dus geleidend met de koordkern verbonden. Bij ingestoken stop wordt dus contact gemaakt tusschen de huls van de klink en den steel en tusschen de buitenste veer van de klink en de stop, terwijl de buitenste en bin nenveer van elkaar gescheiden worden. De centraalbedienaar kan nu met den oproeper spreken; de stroomloop der spreekstroomen is gemakkelijk na te gaan. Na het nummer vernomen te hebben, waarmede aansluiting wordt gewenscht, verzoekt hij den oproeper even te wachten. Hij haalt dezelfde stop uit de klink, steekt haar in de klink van het aangevraagde nummer, b.v. klink 2 en draait aan zijn inductor. De stroomloop hiervan is weer eenvoudig na te gaan. Is antwoord bekomen, dan haalt hij de stop uit klink 2, neemt een van de bij het wisselbord behoorende losse koorden, met aan elk einde een stop en steekt die stoppen in de klinken der aan te 936

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 28