1. Smal doel, dat op grooten afstand moeilijker door den vijand te onderkennen is en minder trefbaar voor zijn mitr. en art., 2. de groepscomdten behouden meer invloed op hun groep tot de vuuropening; vermijding van het verbreken van het groepsver band bij het inschuiven in een reeds uit plukjes bestaande linie. 3. er worden openingen gelaten om aan de achterwaarts opgestelde zware mitr. ruimte om door heen te vuren te geven. Gerichte golven moeten vermeden worden, om niet aan de vijande lijke mitr. een dankbaar doel voor strooien te geven. Verder natuurlijk handig gebruik van het terrein, snelle bewegingen, sprongsgewijze voorwaarts gaan, zoo noodig met groepen of zelfs met enkele manschappen. Bij het onderdeel „De Compagnie in den bewegingsoorlog" lezen wij: „Meistes wird nützlich sein, den ersten Einsatz in maszigen Grenzen zu halten", vooral bij de inleiding, en als het besluit van den A. B. nog niet bekend is Tegen het. vermengen van secties wodt aanbevolen van verschillende secties aanvankelijk kleine deelen naast elkaar te laten optrekken, en dus niet een sectie over het geheele front te verdeelen. Men verkrijgt daarbij het voordeel, dat men op die wijze aanvankelijk reeds dadelijk veel 1. mitr. kan inzetten, zonder de infanteriegroepen te moeten aanspre ken, die later weer van zelf bij hun mitr. groep terecht komen. Een voorbeeld van de indeeling van een aanvallende compagnie vindt men in de hierbij behoorende Figuur. De vuuropening beveelt als regel de sectiecommandant. In bijzon dere gevallen (vuuroverval, verdediging) kan de comp. comm. die aan zich houden. Het bataljon bestaat uit staf en 3 comp., lmitr comp. a 6 zw. mitr., elk 6000 schoten, en I sectie van de Inf.-berichtendienstcomp. en treinen. De mitr.- comp is een organiek onderdeel van het bataljon. Bewape ning naar gelang van de functie met pistool of karabijn. Vertrouwd met vuren tegen terrein- en luchtdoelen, afstandsmeter en indirect vuur. Zelden wordt de zw. mitr. comp als één geheel in het gevecht gebracht, maar in den regel sectiesgewijze verdeeld tot ondersteu ning der 3 andere comp. van het bataljon. Daarop moeten opleiding en oefening gericht zijn! In stelling hangt de tusschenruimte tus- schen 2 mitr. natuurlijk af van het terrein, doch moet minstens 20 pas bedragen. „Seitlicher Einsatz und eindheitlichte Verwendung mehrerer M. G. bei örtlicher Trennung sind immer anzustreben'. Direct vuur is regel, maar de noodzaak de vuurstelling zoolang mogelijk geheim te houden en aan beschieting te onttrekken, en 942

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 36