Echter lijken mij de in het licht gestelde voordeelen van het stelsel wel waard om het aan eene nauwgezette overweging te onderwerpen. Mocht een capitulantenstelsel wellicht in der tijd al eens zonder resultaat zijn voorgebracht, dan zou dat op zich ze'f geen reden mogen zijn, om het vraagstuk onder de thans gewijzigde omstan digheden niet andermaal onder de oogen te zien. Het moge dan ook door mij in de aandacht der Regeering wor den aanbevolen. Mijnheer de Voorzitter! Ik kom thans een lans breken voor de belangen van een categorie officieren, die bestemd is geleidelijk te verdwijnen en waarvoor ook mijn voorganger in dit college op de bres heeft gestaan. Ik bedoel de officieren-magazijnmeester. Toen destijds besloten werd dit instituut geleidelijk op te heffen, heeft men de officieren-magazijnmeester in de gelegenheid gesteld op hoogere inkomsten over te gaan als magazijnmeester bur gerlijk ambtenaar. Van die gelegenheid tot overgang is door enkelen gebruik ge maakt; echter verkoos, als ik mij wel herinner, de meerderheid om officier te blijven. De bevordering van de officieren-magazijnmeester is geregeld bij artikel 28 van de bij Koninklijk besluit vastgestelde regeling var. de bevordering, enz. van de officieren der landmacht. Dat artikel bepaalt, dat zij voor bevordering eerst dan in aanmerking kunnen komen, wanneer bij het wapen of den dienst, waartoe hun dienst vak behoort, in hunnen rang geen op bevordering aanspraak heb bende officier aanwezig is met gelijken of hoogeren ouderdom in rang. Op grond van het Koninklijk be sluit nu zouden, in verband met de toegestane formatie, op 5 September 1919 bij de artillerie de beide thans nog als eerste luitenant-magazijnmeester te boek staan de titularissen tot kapitein kunnen zijn bevorderd, omdat op dien datum jongere luitenants van dat wapen tot kapitein werder gepro moveerd. Dat die bevordering niet heeft plaats gehad, moet vermoedelijk worden toegeschreven aan de eigenaardige bepaling der A.O. 1914 No. 33, waarin wij lezen, dat bij de beoordeeling van het voor officieren-magazijnmeester in eiken rang beschikbare aantal plaat= sen, er op zal zijn te rekenen, dat officieren, die als burgerlijk amb tenaar bij een der korpsen magazijnmeesters zijn overgegaan, in de ranglijst der officieren de plaats innemen, welke zij zouden heb ben, indien zij officier waren gebleven. Slaan we nu 82 op van de eveneens bij Koninklijk besluit vast gestelde legerformatie, dan zien we, dat er bij de artillerie 4 ma gazijnmeesters 1ste klasse kunnen zijn (hoogstens 1 majoor en 3 kapiteins). En nu zijn er 2 kapiteins-magazijnmeester en 2 burger-ambtena ren magazijnmeester, die, indien zij officier waren gebleven, vóór 5 September j.l. kapitein zouden zijn geworden, zoodat op grond der genoemde A. O. 1914 No. 33, er bij de artillerie voor luitenants magazijnmeester geen plaats is in den kapiteinsrang. 975

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 69