Verder zal aan de Regeering worpen voorgesteld om in eenige andere garnizoenen voor het verrichten van de talrijke overige com- missiën, welke de officieren aan hun eigenlijke taak onttrekken, voor zooveel mogelijk, burgelijk personeel aan te wijzen, bij voorkeur gepensionneerde officieren. Een en ander is van het grootste be lang voor het eiland Java, waar het grootste gedeelte der krijgsraden gevestigd zijn en ook alle grootere magazijnen worden aangetroffen, maar ook in het bijzonder hierom, wijl het grootste deel onzer be roepsofficieren, althans van de luitenants, in de buitenbezittingen dient. De reserve-officieren die hier gedetacheerd werden, zijn, om hen meer in de gelegenheid te stellen een plaatsing te zoeken in de bur germaatschappij, tegen den tijd, dat hun detacheering verstreken zal zijn, zooveel mogelijk op Java gelaten. Met het oog daarop zullen zij ook zooveel mogelijk op Java geplaatst blijven gedurende den tijd hunner detacheering, tengevolge waarvan het aanzienlijk tekort aan beroeps officieren, meer in het bijzonder aan beroepsluitenants, in hoofdzaak op de Javatroepen drukt. Met den heer Opperman kan ik de billijkheid erkennen, dat voor de groepen van militairen, die onder den druk der moeilijke tijds omstandigheden ernstiger hebben geleden dan anderen, een uitzon deringsmaatregel wordt getroffen. Ik ben dan ook bereid een voor stel bij de Regeering aanhangig te maken om voor hen den datum van ingang van de herziene bezoldiging op een vroeger tijdstip te stellen dan voor de overigen. Het zal echter moeilijk zijn om de groepen, die voor dezen uitzonderingsmaatregel in aanmerking ko men vast te stellen naar billijkheid; a priori is reeds met zekerheid te zeggen, dat de regeling, mocht zij tot stand komen, geen alge- meene instemming zal kuunen verwerven. De heer Opperman heeft verder gesproken over de middelen om het personeelsgebrek te verminderen, of althans voor een deel op te heffen en hij meent dit te kunnen vinden in een capitulanten- stelsel. Zooals den heer Opperman bekend is, is de kwestie van het capitulanten-stelsel reeds zoo vaak aan de orde geweest, dat ik mij niet veel resultaat voorstel van een nieuwe poging in die richting. Het grootste bezwaar tegen een dergelijk stelsel opperen de burgelijke departementen of liever gezegd het personeel der burgelijke departementen, omdat de bevorderingskansen van. dit pesoneel ernstig worden bedreigd, indien de of een deel van de betrekkingen bij die departementen voor militairen, die een zekeren tijd hebben gediend, worden gereserveerd. Bovendien neemt dit bezwaar in beteekenis toe, naarmate de te reserveeren betrekkingen van meer belang zijn. En daarvoor geven de chefs dier departementen dan ook de voorkeur aan personen die voor den specialen werkking zijn opgeleid en daarin ervaring hebben opgedaan, boven personen die een geheel daarvan afwijkende oplei ding ontvingen. Nu zijn er bij elk burgelijk departement wel be trekkingen te vinden, die men zonder overwegend bezwaar wel voor een deel zou kunnen reserveeren voor militairen, maar dit zijn in het algemeen slechts de laagste, minst bezoldigde betrekkingen, voor welker vervulling alleen de personen van de laagste rangen in aan- 992

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 86