zich o.a. zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor het onderwijs aan
de kinderen der Amboineesche militairen. Door hen zijn als zoodanig
reeds sedert meer dan een jaar vergaderingen belegd met militairen,
waarbij hem steeds medewerking is verleend door de militaire
chefs, hoewel van meerdere zijden is aangedrongen geworden op
het verbieden van die vergaderingen en hoewel er op die bijeenkomsten
wel besprekingen zijn gevoerd, welke inderdaad tot krachtig optreden
van de zijde der militaire autoriteiten aanleiding hadden kunnen
geven.
De heer Patty acht thans het tijdstip gekomen om de vereeniging
Ambonsch studiefonds, waarvan uitsluitend Christenen leden zijn om
te zetten in een vereeniging met een politiek doel, welke het geheele
Amboineesche volk zal omvatten, ongeacht den door de afzonder
lijke leden beleden godsdienst. Daarvoor heeft hij de propaganda
geopend en daarmede een aanvang gemaakt onder de op Java aan
wezige Amboineezen in, de eerste plaats de militairen. Hij wendt
zich dus niet in de eerste plaats tot het volk, maar tot een klein
deel daarvan, en wel in hoofdzaak tot het deel, hetwelk door de
op Java aanwezige militairen van dien landaard wordt gevormd.
De politieke beginselen, welke de heer Patty voorstaat en waarvan
hij op vergaderingen heeft doen blijken, kan ik als volgt samenvat
ten. In de eerste plaats wenscht hij voor de Amboineezen volkomen
gelijkstelling met de Europeanen, maar hij verzuimt den soldaten
duidelijk te maken, dat het nieuwe bezoldigingsstelsel uitgaat van
het beginsel van gelijkstelling van alle hier geborenen, hetzij Euro
peaan, Javaan of ander inboorling en alleen hooger bezoldiging
toekent aan den uitheemschen Europeaan beneden den rang van
sergeant, van de personen dus, die geleidelijk uit de legersamenstel-
ling zullen verdwijnen. Hij doet het voorkomen, alsof de Amboinees
in betaling, behandeling, enz. is achtergesteld bij den Europeean en
spiegelt zijne volgelingen algeheele gelijkstelling met den uitheem
schen Europeaan \oor.
In de tweede plaats eischt hij voor de kinderen van de Ambo-
neezen op Java onderwijs op gelijken voet en op dezelfde wijze als
voor de kinderen van de Europeanen. Hij gaat te keer tegen hetgeen
Ambonsch studiefonds en de militaire gezaghebbenden, op net gebied
van het onderwijs hebben tot stand gebracht; ook wordt het streven
van bijzondere vereenigingen veroordeeld, als het leidt tot volkomen
gelijk onderwijs, de namiddagcursussen opgericht met het doel om
het geven van onderwijs door bevoegd personeel mogelijk te maken
kunnen in 't geheel geen genade in zijn oogen vinden. Hij eischt
volkomen gelijkstelling voor het Amboneesche kind op Java, met
het Europeesche kind, wat betreft het onderwijs, maar vergeet daar
bij, dat het Javaansche volk zelf en dat toch minstens gelijke rechten
heeft, nog lang zoo ver niet is.
In de derde plaats houdt hij den Amboneeschen onderofficieren
voor, dat ook zij volkomen met Europeesche onderofficieren moeten
worden gelijkgesteld, onverschillig of zij gelijke kennis bezitten of
niet. Kennis van de Maleische taal acht hij voldoende. Het op den
998