voorgrond stellen van deze eischen, mijne heeren, waarvan met zekerheid gezegd kan worden, dat zij onmogelijk in afzienbaren tijd verwezenlijkt kunnen worden, maar waarmede hij gemakkelijk de menschen vangt, is een bewijs, dat hij niet de waarachtige belangen der militairen voorstaat, maar dat hij hen wenscht op te zweepen ter bereiking van een oogmerk, dat waarschijnlijk alleen hem beker.d is. Met het oog hierop en waar blijkt, dat hij doende is verdeel- heid te brengen in een ras, dat in het leger hoog gewaardeerd wordt, een ras waarin tot nu toe geen verdeeldheid is geweest, kan ik voorloopig de maatregelen genomen door den afdeelingscomman- dant te Magelang volkomen goedkeuren en kan ik daarvoor de volle verantwoordelijkheid aanvaarden. De heer leeuwen meende en heeft ook gezegd, dat het verdee,- en heersch-systeem, dat de heer Patty onder de Amboineezen ingang tracht te doen vinden, zijn intrede weer heeft gedaan in het leger, toen wederom compagnieën van gelijken landaard werden gevormd. In de eerste plaats moet ik daaruit concludeeren, dat de heer Teeuwen erkent, dat in het tijdvak onmiddellijk voorafgaande aan de nieuwe samenstelling van de veldcompagniëen het verdeel- en heerschsys- teem in ons leger niet werd toegepast, want anders had het geen zin van de weder-herleving te spreken. Verder kan ik den heer Teeuwen verzekeren, dat het samenbrengen van de soldaten van verschillenden landaard in afzonderlijke compagnieën uitsluitend geschied is met het oog op de moeilijkheden, welke bij den ouden toestand, wat betreft de verpleging, de legering enz, van de men schen werden ondervonden, en dat iedere andere overweging daaraan vreemd is gebleven. Waren deze overwegingen van minder beteekenis geweest,' dan zou wellicht niet tot de rationeele indeeling van voorheen zijn teruggekeerd, waar het door berichten uit ce soldaten-krant bekend was, dat revolutionnaire elementen hoopten een krachtige actie te zullen kunnen voeren onder de militairen, nadat zij landaards-gewijze weder in compagnieën zouden zijn ingedeeld. Ware de nieuwe indeeling beoogd op grond van over wegingen ontleend aan het verdeel-en heersch-systeem een systeem van minder allooi dan zou ongetwijfeld het evenbedoe;d gevaar de uitvoering achterwege hebben doen blijven. Mede heeft de heer Teeuwen gezegd: „het kader laat zich niet beïnvloeden", maar ik moet helaas daarop antwoorden, dat de erva ring in den Iaatsten tijd met die meening in strijd is. Inderdaad hebben zich te Semarang en elders kaderleden wel laten beïnvloe den en nog wel door ijdele voorspiegelingen en door verkeerde voorstellingen van in mijn oog zeer gevaarlijke leiders. En niet alleen hebben zij zich laten beïnvloeden, maar ook uiting gegeven aan de hun opgedrongen gevoelens en dat nog wel in tegenwoor digheid van hun minderen natuurlijk met het doel om dezen voor gevoelen te winnen. Het spreekt hun vanzelf, dat die handelingen niet onbestraft zullen blijven, evenmin als de tekortkomingen van sommige meerderen. Over den eisch betreffende de kennis van de Nederlandsche taal voor den sergeant 1ste klasse, daarop zal ik thans niet verder in- 999

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 93