bij groote hoeveelheden in den tekst aangegeven staan. Dit maakt het ondoenlijk om de actie geregeld te volgen en om de getroffen maatregelen op haar juiste waarde te schatten. Het door mij hierbij gevoegde kaartje is dan ook een samenstelling van andere, die door mij in de mij beschikbare literatuur aangetroffen zijn, terwij nu en dan eenige plaatsen door mij zijn aangegeven, zooals ik vermeen, dat ze gelegen moeten zijn. De afstanden moeten dan ook met de grootste voorzichtigheid worden geraadpleegd. Voor de actie tegen de Duitschers was eind Mei en begin Juni de opstelling der troepen als volgt: 2de Regiment te Majamoto op den linker oever van de Ruzizi, 1 ste Regiment in de omstreken van Issawi met het 3de bataljon te Issawi, 4de Regiment te Kigali, 3de Regiment bevond zich in de omgeving van Nsasa tegenover de residentie Bukoba (landschap Ussuwi). Het 2de Regiment had een gemakkelijke taak. Het ving den marsch aan op den 5den Juni met het 5de bataljon als verbindings- afdeeling met het 1ste Regiment op de linkerflank en bezette den 6den Oesoemboera. De Duitsche afdeelingen trokken terug op Gitega en werden door het Belgische regiment gevolgd, dat door aansluiting van het 5de bataljon (8 Juni) geheel volledig was. Doch eerst den 14den luni werd de opmarsch opnieuw ingezet, met één compagnie als bezetting van Oesoemboera. Het regiment bereikte den ïBden Juni het zendingsstation Kasaka. Hier wachtte het nadere ontos af, want zijn opdracht was om Oesoemboera te nemen en de bron rivieren van de Roewoewoe te bezetten, om den vijand te beletten op Oedjidji terug te gaan. Het 1ste Regiment zou den marsch inzetten naar het zuiden op Gitega; WlNTGENS had zich opgesteld ten zuiden van de Akanja- rurivier, doch was slechts zwak. x Ci Den 27sten Mei marcheerde het 2de bataljon met de ot.-Chamond- batterij naar Nya - Luhengari, alwaar het 3de bataljon sinds den 24sten Mei was vooruitgeschoven. Ook een gedeelte van het 1de bataljon arriveerde ter plaatse; het andere gedeelte moest de ver bindingen beveiligen. WlNTGENS werd uit zijn stelling gemanoeu vreerd en trok terug op Gitega, slechts zwakke afdeelingen achter latend. Hierdoor kon het 1ste Regiment den lsten Juni de Akanjaru- rivier overschrijden. Van nu af aan toonde zich de regimentscommandant wat bezorgd over zijn verband met het 4de Regiment, dat achtergebleven was 1188

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 102