De Duitsche colonnes, die de lijn Biaramulo - Niamirembe wisten te passeeren, gebruik makende van het terrein en de begroeiing, werden achtervolgd door eenheden van het 8ste bataljon. Na den terugtocht uit Gitega kregen Majoor vonLangenn-Stein- keller en Kapitein Wintgens half Juni uit Tabora bevel om niet op den Tanganjikaspoorweg terug te trekken, doch de marschrichting naar het oosten te nemen op Ushirombo, ten einde de afdeelingen van Gudovius (Bukoba) en von Chappuis (Moeanga) op te nemen, als zij werden teruggedrongen. Gudovius was, zooals reeds opgemerkt, bij Niagarensu (Kato) ver- eenigd en viel de Belgische post met kracht aan. De Belgen ge raakten reeds dadelijk in een ernstige positie, vooral doordat hun linkervleugel werd ingedrukt. Zij werden genoopt om terug te gaan naar het westen. Om 3.15 n.m. begon de toestand hopeloos te wor den. Het gevecht was er een van man tegen man, heel eigenaardig staat beschreven, dat majoor Rouling en Kapitein Gudovius elkaar persoonlijk bestreden, waarbij Majoor Rouling zeer ernstig werd gewond. De bezetting van Niagarensu was reeds geslonken tot 60 man, de mitrailleurbediening was geheel buiten gevecht; doch deze 60 man, aan drie zijden omringd, wisten zich te handhaven. Op het zware vuren kwamen om 3.25 n.m. de 3de compagnie van het 8ste bataljon en de 2de compagnie van het 13de bataljon ter plaatse aan. Deze versche compagnieën vielen de uitgeputte Duitschers aan en sloegen hen om 4.20 n.m. uit elkaar. GUDOVIUS werd gewond gevangen genomen met vele anderen. Een gedeelte wist door de vlucht naar het zuiden te ontkomen en bij de West troepen aan te sluiten. Beide partijen hadden aan dooden en gewon den zeer zware verliezen. Dit gevecht, bij de Belgen bekend bekend als gevecht bij Kato, was de beslissing voor Bukoba, want van dit oogenblik af, was Bukoba vrij van Duitschers. Met dit gevecht verliet Majoor Rouling het operatietooneel, zijn verwonding was zeer ernstig. Met hem verloor de Belgische expeditionnaire macht een koen, doortastend officier. Het regimentscommando ging over op Luit. Kolonel Huyghé. Van af de verovering van Bukoba treedt er een nieuwe phase in de operatiën in. Het nieuwe marschdoei was Tabora via Ushirombo en St.-Michaël. Den 13den Juli kwamen evenwel bij het opperbevel berichten binnen, dat belangrijke Duitsche troepenversterkingen uit het Oosten waren aangekomen om te ageeren tegen Bukoba. In verband met dit bericht zette Kolonel MOLITOR zijne brigade in den marsch. 1193

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 107