Ik wil even in herinnering brengen, dat in het noorden der ko lonie de Taveta- en Latema-Reata-stellingen toen door Lettow prijs gegeven waren en dat ook de Ruwu-stelling ten gevolge van Van Deventer's omtrekking was ontruimd. Tegen dezen tijd ston den in het westen de Belgen gereed voor een inval in Ruanda, de inval, die toen een maand werd uitgesteld. Feitelijk kan men zeggen, dat in Maart en April 1916 D.O.A. van alle kanten werd besprongen, terwijl Lettow zijn hoofdkracht had vereenigd in het noordoosten. Door de geografische ligging der Duitsche posten lag het voor de hand, dat bij een eventueel terugtrekken van de bezettingen der Duitsche posten de groep van Namema-Bismarckburg t. o. v. Langenburg excentrisch moest uitwijken, terwijl de overige posten concentrisch konden teruggaan. Luit-Kolonel Murray, die te Abercorn het bevel voerde over de Rhodesians, marcheerde op en viel achtereenvolgens Namema en Bismarckburg aan. De gebeurtenissen aldaar heb ik reeds eerder vermeld. Murray kreeg bij zijn actie aan het Tanganjika-Meer contact met den Belgischen overste Moulaert, commandant van het „Detachement des Lacs". Generaal Northey overschreed met zijn troepen de Songwe-rivier (benqorden Karonga met uitmonding in het Nyassa meer) en stootte op de Duitsche posten Ipiana, Igamba en Lawiwa. De negerhoofden, en daardoor ook de bevolking, waren zeer onbetrouwbaar en sterk Engelsch-gezind. Daarbij was Ipiana een malarianest. Alle artikelen van waarde werden reeds a priori naar het binnenland afgevoerd. Deze omstandigheden, naast het feit, dat NORTHEY een groote over macht had, hebben er toe bijgedragen, dat Ipiana en Igamba zonder ernstig verzet door de Duitschers werden verlaten. Volgens Stiénon beschikte Northey over 5000 geweren, meest jong gedrilde Inlandsche soldaten, maar ik geloof, dat dit getal wel erg hoog is. Stiénon moet met voorzichtigheid worden geraadpleegd, want deze Franschman is uiterst chauvinistisch in zijn uitingen en daarbij vaak weinig zakelijk. Meerdere gegevens in zijn werken bleken mij na meerzijdige controle onjuist. Deugdelijke gegevens over den veldtocht van Northey heb ik niet kunnen vinden dan alleen in the Journal of the Royal United Service Institution, waarvan ik in het ondervolgende een dankbaar gebruik heb gemaakt. Edoch, een nauwkeurige opgave van de troepensterkte vond ik ook hierin niet. Toch is het jammer, want de tocht van Northey was er een, die schier bovenmenschelijke 1206

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 120