ber), nadat hij al zijn munitie had verschoten en nadat hij den 10.5 cM-houwitser onbruikbaar gemaakt had. Deze capitulatie, welke 7 officieren, 47 blanken en 250 Askari's kostte, werd eerst 4 maanden later bij Wahle bekend. WlNTGENS was intusschen voor Lupembe aangekomen, Voort varend officier als hij was, viel hij den I3den November de Engelsche post aan zonder de aankomst van de colonne-Wahle af te wachten. Lupembe werd verdedigd door Inlandsche troepen geïn spireerd (naar gegevens uit Engelsche bron) door 2E0 Inlandsche vrouwen. Deze aanvallen mislukten en na twee dagen vechten moest Wintgens van verdere actie tegen Lupembe afzien. Generaal Wahle, die inmiddels ter plaatse aangekomen was, besloot thans over de Ruhudje te trekken naar Ssongea, maar stelde Wintgens voor om eerst berichten af te wachten van zijn patrouille, die in de richting van Mahenge op verkenning was. Eindelijk kwam bericht, dat reeds den 9den November contact was gekregen met de troepen van Majoor Kraut. Kraut had na de ontruiming van Mkapira (begin November) door de Engelschen den vijand gevolgd en had zich in het terrein vastgezet bij Dodoma aan de Mera-rivier, oostelijk van Lupembe. Hij beschikte over 7 compagnieën, waarvan Kapitein Lixke en Kapitein Aumann ieder met 2 compagniën front naar het noorden maakte. Op dit bericht van de verkenningspatrouille had spoedig de vereeniging plaats van Wahle met Kraut en reeds den 21sten November had de eerste bespreking plaats tusschen beide officieren. En hiermede waren de westroepen ter beschikking gekomen van von Lettow-Vorbeck. De vreugde in het Duitsche kamp over deze doorbraak was uiteraard zeer groot. Men had sinds Juli 1916 niets meer vernomen van de westtroepen; men waande hen reeds verloren. De westtroepen hebben heel wat gepresteerd; zware ontberingen hebben zij moeten doorstaan, vele gevechten werden er geleverd, maar ten slotte wist Generaal Wahle, dank zij de groote medewerking zijner onderbevelhebbers en het volhardingsvermogen zijner troepen, zijn macht, zij het ook geschonden, ter beschik king te stellen van het opperbevel. Generaal Wahle werd nu benoemd tot opperbevelhebber van alle troepen te Mahenge en Kraut aan hem toegevoegd. Zijn bevoegheid betrof de troepen gelegerd van af Mahenge tot in het zuiden, Ssongea. 1213

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 127