Niettegenstaande het succes van Northey behaald bij llembule op Huebener, was zijn algemeene toestand zorgwekkend, doordat de regens invielen. De wegen van af het Nijassa-Meer tot Neu-Stemgule en Malangali werden onbruikbaar. Daardoor werden de aanvoer en aanvulling zijner troepen onderbroken. Northey werd genoodzaakt om zijn basis te verleggen naar Alt-Langenburg (het eigenlijke Langenburg heet officieel Neu-Langenburg) aan het Nijassa-Meer. Van hieruit moesten de voorraden over het Livingstone-gebergt (9000 voet) naar Tandala met dragers worden overgebracht. Tandala is een zendings station bij Mwakete. Van hieruit kon het opgevoerde per autotransport via Ngombi naar Lupembe en Malangali worden overgebracht. In de maand December was het evenwel opnieuw onzeker, of deze weg wel bruikbaar zou zijn. Daarbij was het dragertransport over het Livingstonegebergte een probleem, dat voor elke zending opnieuw moest worden opgelost. De mogelijkheid van oplossing stond en viel met de mogelijkheid om dragers te krijgen, ten einde de benoodigdheden voor 3000 Europeanen, een grooter aantal Inlandsche militairen en dragers en voor de in transport zijnde dragers zelf op te voeren. Om een denkbeeld te geven van de moeilijkheden, zij hier opgemerkt, dat van Wiedhafen tot Ssongea, ten behoeve van het 5de bat. Zuid- Afrikaansche Inf. en het „South Rhodesian Native Regiment", dus twee bataljons, 3000 dragers benoodigd waren, om deze troepen te voorzien van het benoodigde. Dit detachement onder Kolonel Byron vormde een sterke minderheid in vergelijking met de overige troepen tusschen het Nyassa-Meer en Iringa. Voor het traject Alt- Langenburg tot Lupembe waren in bedrijf 7000 dragers en dit aantal was nog onvoldoende, doordat van de 3i0 mijlen motorweg door de regens er slechts 45 konden worden gebruikt. Opstelling van de Westtroepen (begin December 1916). De vereenigde troepen van Wahle en Kraut werden thans met „Westtroepen" aangeduid, die onder Lettow met „Oosttroepen". Hoewel de versterking van Kraut's macht een welkome bate was, bleek reeds spoedig, dat Wahle uit hoofde van moeilijk heden met de verpleging de dislocatie van zijn troepen wat ruim moest kiezen. In verband hiermede kreeg Majoor von Grawert last om naar Likuju aan den weg van Ssongea naar Liwale te gaan, Majoor Kraut ging naar Mpepo, Kapitein WlNTGENS begaf zich naar Kitanda, alwaar hij stootte op een vijandelijke stelling. Deze bezetting kreeg echter nog 1214

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 128