was ondertusschen ook Kapt. Otto aangekomen, die geweken was voor Hawthorn's troepen. Kapt. Aumann, die zich tntusschen met Lincke had weten te vereenigen, had zware gevechten te leveren tegen de troepen van Northey onder Fair, maar moest ook voor overmacht wijken. Aanvankelijk ging Aumann op Mahenge terug, doch dekte later den terugtocht van Otto. Toen alle Mahenge-troepen op de rivier Luwegu waren wegge trokken, bleef Kapt. VON Brandis nog voorloopig te Mahenge met eenige compagnieën om den algemeenen terugtocht te dekken en als achterhoede te volgen. Inplaats van Tafel in te sluiten, wist deze nog tijdig naar het zuidoosten uit te wijken ingevolge den last van VON Lettow om zich in de Lukeledi streek bij hem aan te sluiten. Tafel werd achtervolgd door Belgische troepen en leverde steeds achterhoedegevechten. Om zijn vereeniging met Lettow te voor komen, werd de Belgische reserve, ruim één bataljon, per stoomer naar Kilwa overgevoerd om van hier uit in vereeniging met Engelsche troepen over Liwale naar het westen te stooten (15 October). Den 30sten October kwamen zij te Liwale. maar Tafel was al voorbij De Belgen gingen terug naar Mahenge, de Engel- schen marcheerden naar Tunduru om hier samen te werken met een colonne uit Ssongea. Tafel en Schönfeld attaqueerden de Liwale-colonne en dreef haar terug bij Nahangi, Kapt Otto viel de Tunduru-colonne aan bij Abdallah Kwa Nanga, alwaar hij zeven mitrailleurs buitmaakte. De colonne-TAFEL marcheerde door naar het zuiden en vervolgens bij de Rovima gekomen naar het O. in de hoop Lettow te vinden. Deze was echter juist de Rovima overgetrokken en naar het westen gemarcheerd. Beide colonnes bewogen zich op slechts twee dagmarschen van elkaar, doch wisten niets van eikanders aanwezigheid Tafel stootte bij Luatala op een sterk Engelsch detachement en wist daarbij eenig succes te bereiken (26 November), maar bemerkende, dat de streek door de Engelschen bezet was overschreed hij de Rovuma. Nog twee dagen heeft Tafel getracht om Lettow te vinden, maar door uitputting en algeheel gebrek aan vivres was hij ten slotte genoodzaakt zich bij de samenvloeiing van de Bangala en de Rovima met 110 Duitschers, 1220 Askari's en 2000 dragers over te geven aan de Engelschen. Alleen heeft hij Kapt. Otto met 1 dokter, 7 onderofficieren en 19 Askari's met behulp der nog aanwezige vivres laten verder marcheeren. Een tragisch slot van een heldhaftige plichtsbetrachting. 1235 1. M. T. 80, 1921.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 149