daarentegen de sterkte zeer verminderd: de comp. waren dikwijls maar 35 man sterk. Aan Eng zijde waren achtergelaten aan dooden 14 Eur. en 91 Askari's; gevangen werden 3 Eur. en 3 Askari's. Bovendien viel in Lettow's handen een veldhospitaal met 100 gewonden. De hierbij buitgemaakte medicamenten en verbandartikelen waren natuurlijk zeer welkom. De Duitsche verliezen waren: gedood 6 Eur., 24 Askari's, gewond 10 Eur. en 67 Askari's. Kapt. Koehl was teruggedrongen door de troepen van Gen. Edwards. De Engelsche wisten zich te posteeren bij Nanungu tus- schen het bivak van Koehl en dat van Lettow (21 Mei). Hier ter plaatse heeft de vijand een mooien slag geslagen door den baga- gatrein van de colonne-KOEHL te nemen. „In Verkenntnis des Ern- „sten der Lage machte der Gouverneur mitten in dem ungünstigen „Gelande, wo er jeden Augenblick der Ueberraschung durch den „Feind ausgesetzt war, ohne sich wirkungsvol! verteidigen zu können, „einen langeren Halt" tegen de bevelen van Koehl in, die zich elders had geposteerd. Hierdoor gingen verloren, behalve vivres en aller hande goederen, 70.000 patronen en geschutmunitie. De gouverneur ontsnapte ternauwernood aan gevangenschap. Lettow beproefde op het vernemen van het vuur uit geweren en uit mijnwerpers, nog in te grijpen en rukte op naar het gevechts terrein. Bij den Timbani-berg kwam het tot een gevecht, maar Leitow was te zwak, de vijand telde naar de mededeelingen 'van gevangenen 8 tot 10 comp. De Duitsche verliezen waren ernstig: gedood 1 officier, 3 Eur. en 13 Askrari's; gewond 14 Eur. (4 off.) en 72 Askari's; vermist 3 Eur., 18 Askari's en 254 dragers. Het werd noodig deze streek te verlaten. Den 23sten Mei verliet Lettow de omgeving van Nanungu en liet er Kapt. Otto voor een paar dagen als achterhoede achter. De hoofdcolonne marcheerde naar het zuiden en bereikte Kwiri. Muller was met 3 compagnieën vooruitgezonden om de Lurio-rivier te verkennen en trof geen vijand aan. Wel vernam hij, dat bij Malema vijand stond. Terstond marcheerde hij door en na een afstand van 15 uren te hebben afgelegd, stuitte hij inderdaad op vijand. Hij was echter reeds gesignaleerd en viel dus niet aan. De verrassing moest altijd de sterkste bondgenoot zijn zonder dien hadden de Duitsche ondernemingen vaak weinig kans van slagen. In den nacht van 1 óp 2 Juni achter was de stelling ontruimd en bezette Müller Malema. 1245

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 159