waarheid daarvan vast te stellen en gaf hem eene onbeperkte vol macht om naar omstandigheden te handelen; de munitie moest hij hebben: „Ich war mir bewuszt, dasz hierdurch die Führung unse- „rer Operationen in hohem Masze in die Hand eines Unterführers „gelegt wurde; das war mir bei einem sehr guten taktischen Urteil und „groszer Initiatieve dieses Unterführers möglich" (Lettow). Kapt. Müller was dit dus toevertiouwd. Wat gebeurde er? Onderweg kreeg Müller bericht van arbeiders der Lugella-Company, dat bij de onderneming Namacurra bij Quelimane sterke Engelsche en Portugeesche troepen geconcentreerd waren en dat aldaar opge stapeld waren veel munitie en vivres. Müller maakte gebruik van zijn vrijheid van handelen, vroeg de bevolking ter zake nog eens uit, overschreed de Namacurra-rivier en overrompelde een Portu geesche compagnie. Daarop stortte Müller bij zijne vervolging op stellingen, kreeg flankvuur en ook artillerievuur, benevens mitrail- leurvuur. Een hevig gevecht ontspon zich hier tot het vallen van den avond. De vijand had de stellingen ontruimd, liet ruim 160 dooden achter, benevens twee kanonnen, mitrailleurs en veel munitie. 70 Portugeezen en vele zwarten werden gevangen gemaakt, terwijl de buit aan vivres en andere artikelen zeer groot was. Intusschen vernam Müller, dat bij het eindstation Namacurra, een half uur van de onderneming Kokosani, andere compagnieën des vijands stonden. Hij vroeg Lettow om versterking. Lettow bevond zich den lsten Juli 1918 met zijn hoofdcolonne aan de Likungo-rivier, een 400 M. breeden stroom, overschreed dezen en kwam der 2den Juli in Namacurra aan. Onmiddellijk werden voorbereidingen getroffen om het station Namacurra te vermeesteren. Hiertoe werd Kapt. Poppe bestemd met 3 compagnieën. Door een misverstand leed de voorste compagnie verliezen, omdat men dacht, dat het station reeds in Duitsche handen was en de compagnie ongedekt vooruit ging. Een recht- streeksche aanval was hier niet geboden, zoodat het Portugeesche Newala kanonnetje werd aangebracht. Dit begon met de beschieting van de Engelsche stelling en toen van Duitsche zijde bemerkt werd, dat de jonge vijandelijke Askari's begonnen te weifelen, werd de storm ingezet en het station genomen. De vijand vluchtte naar de Na macurra-rivier, die er vlak achter stroomde. Velen verdronken daarin, de rest werd gevangen gemaakt. Van 1 tot 3 Juli waren de verliezen bij den vijand: 5 Europeanen en ICO Askari's gedood, ICO Askari's verdronken, 421 Askari's gevangen, benevens 5 Engelschen en 117 Portugeezen gevangen. 1247

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 161