Duitsche verliezen 8 Askari's gedood, 3 Europeanen en 11 Askari's gewond. Buit twee kanonnen van 7 cM. met 150 schoten, 7 zware en 3 lichte mitrailleurs, een half millioen K.G. vivres, zeer veel suiker, kledingstoffen en 350 moderne Engelsche en Portugeesche geweren. Ondertusschen was argeloos een stoomsloep uit Quelimane naar Namacurra gevaren met een Engelschen medicus aan boord. Deze sloep meerde en werd overweldigd. Aan boord bevond zich een hoeveelheid munitie van 300 lasten. De munitieaanvulling was thans dus verzekerd. Het was echter zaak om dragers te krijgen. Toen het bericht binnenkwam, dat van uit Quelimane tegen Na macurra zou worden opgetreden, besloot Lettow om af te marcheeren. Quelimane was een belangrijke havenplaats, de basis der Engelschen en Portugeezen, het is dus begrijpelijk, dat zij zich ernstig ongerust maakten over de bedreiging van die stad. Het was Lettow daarom niet te doen, zooals ik boven reeds opmerkte. Den 4den Juli vertrok Lettow met een ontzagelijke dragerkaravaan van Namacurra en was den 5den Juli over de Likungo-rivier. Hij marcheerde in noordoostelijke richting, moest zich ten slotte in drie evenwijdige colonnes splitsen, omdat zijn trein te onhandelbaar en te gevaarlijk werd voor de manoeuvreervaardigheid van den troep en veroverde onderweg weer eenige posten met vivres. Zoo bereikte de colonne den 14den Juli Ociva, den 18en Juli Tipa en den 22sten Juli Namirrue. De voorhoede onder Kapt. Müller signaleerde aan de overzijde van de Namirrue-rivier een bezetten rotsachtigen berg; het gros was nog bij Tipa gelegerd, omdat de achterhoede (Koehl) voortdurend in contact was met den vijand en Lettow nog niet kon vaststellen, wie ondersteuning zou behoeven, Müller of Koehl Toen echter Müller de bezetting van Namirrue meldde door eene vijandelijke afd eeling, spoedde Lettow zich naar voren en overschreed den 22sten Juli 4K.M stroom-opwaarts de Namirrue-rivier. De berg werd door patrouilles en een paar mitrailleurs afgesloten. Weldra werd geweervuur gehoord uit het westen. Een gevecht ontspon zich hier, waarbij de Engelschen teruggeworpen werden. De commandant werd met zijn staf in een ravijn gevangen genomen, verraden door zijn hond, die begon te blaffen. Later bleek, dat vijandelijke troepen even wijdig met Lettow hadden gemarcheerd, maar het verband tusschen die colonnes was verloren gegaan. Zoo kwam de Luit.-Kolonel Dickinson met een bataljon K A R's tegenover Lettow te staan. Buit: 1 mijnen werper en 17 schoten. Thans was het zaak om den berg onschadelijk te maken. Dit werd opgedragen aan Kapt. Müller. 1248

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 162