In verband met de berichten, dat de Engelschen bij Kasama troepen aan het concentreeren waren, vermoedde Lettow aldaar weer de noodige voorraden en dus was Kasama zijn naast object. Sterke patrouilles werden daarheen gezonden en dicht daarop de voorhoede-SPANGENBERG met 3 compagnieën. Den 6den November werd Kajambi bericht en hiermede tevens een rijk land, Om een denkbeeld te geven, hoe Lettow in zijn verpleging voorzag, diene, dat Kapt. Koehl 2 uren noordoost van Kajambi aan het oogsten was en hij zich daarvoor geheel had opgelost in meerdere oogstpatrouilles. Den 7den November werd de marsch voortgezet, terwijl den 8sten d. a. v. de voorhoede-SPANGENBERG ten noorden van Kasama in patrouillegevechten geraakte. Den 9den November werd Kasama, dat zwak bezet bleek, geno men. De buit viel evenwel niet mee, vooral niet aan munitie. Den 11 den November arriveerde LettOW per rijwiel in Kasama en de hoofdmacht eerst den 12den d. a. v. Dien dag werd de ach terhoede ten noorden van Kasama in haar bivak door vijandelijke afdeelingen aangevallen. Deze aanval werd afgewezen en Kapt. Koehl arriveerde eveneens te Kasama. Den 13den November werd de marsch voortgezet met SPANGENBERG in de voorhoede. Koehl zou op dagmarschafstand volgen. Het doel was de Chambezi-rivier (niet te verwaren met de Zambezi). Op den weg naar de Chambezi-rivier werd de Schutztruppen achterhaald door een Engelschen motorrijder, die het bericht bracht, dat in Europa de wapenstilstand gesloten was. Von Lettow-Vorbeck wilde aan dit bericht eerst geen waarde hechten, dacht eerder aan een list om hen op te houden en daarna aan te vallen. Doch weldra bleek het ten duidelijkste, dat het bericht juist was. Lettow had uit buitgemaakte Engelsche couranten reeds gelezen, dat de toestand op het Europeesche oorlogstooneel zeer ongunstig voor de Duitschers was en daaruit begrepen, dat voor den winter de oorlog geëindigd moest zijn. In deze dagen vonden dagelijks onderhandelingen plaats tusschen generaal Edwards en von Lettow-Vorbeck. Doch ten slotte werd overeenkomstig het wapenstilstandsverdrag overeengekomen, dat de Duitschers hunne wapenen mochten behouden, doch dat de Askari's zouden worden ontwapend. De troep zou naar Abercorn marcheeren. Dit geschiedde den 25sten November 1918. De troepen werden van Bismarckburg naar Kigoma per schip overgevoerd en van hier per Tanganjika-speorweg naar Dar-es-Salam. 1254

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 168