Hier werden de Europeanen ingescheept en naar Rotterdam overgevoerd. Ik wil niet nalaten hier even te melden, datdeterugkeerende Oostafri kaners ten zeerste verheugd waren over de ontvangst, welke hen ook van Hollandsche zijde in Rotterdam te beurt viel. Dit trof te meer, omdat zij voor het eerst na 4K jaar verkeerden te midden van menschen, met wie zij niet in vijandschap leefden .Die gevoelen s werden mij dankbaar mede gedeeld door Dr. Ludwing Deppe, met wien ik over Oost-Afrika onmid dellijk na aankomst in Nederland in een drukke correspondentie ben ge raakt en wien ik dank verschuldigd ben voor het wijzen van de wegen, die mij hebben gevoerd tot eene meer uitgebreide studie over den Oorlog in D. O. A. Door dien medicus heb ik verscheidene de tailzaken te weten kunnen komen, die eerst later in enkele boekwerken werden teruggevonden. D. O. A. was dus uit Duitsche handen overgegaan in die van vreemde natiën. Onder den indruk van de enorme prestatie der Schutztruppen zou een impulsief karakter reeds dadelijk gereed zijn om aanstonds verreikende conclusiën te trekken. Niets is gevaarlijker dan dat. Uit den oorlog in D.O.A. is veel te leeren; indien de literatuur nog ruimer gaat vloeien, zal het blijken, dat misschien nog veel meer leerzaams te voorschijn komt, maar men zij voorzichtig met te vroeg te concludeeren: Duitsch-Oost-Afrika, dus Java! óf, zooals onlangs een officier dacht, dus Nederlandsch-Indië. Met oordeel moet worden bestudeerd en overwogen, getoetst aan eigen toestanden. Belangstellenden zij ten zeerste aanbevolen de werken van Gene raal von Lettow-Vorbeck, die al zijne overwegingen nauwkeurig mededeelt, en Gouverneur Schnee, die de economische zijde van den veldtocht tot hoofdonderwerp van zijn boek gekozen heeft. Ik hoop door een overzicht van D. O. A.'s strijd te hebben gege ven, er toe te hebben bijgedragen, dat menigeen aangetrokken wordt tot de studie van dien veldtocht. Dit zal, naar mij voorkomt, leiden tot de erkenning, dat zelfver trouwen, geestkracht en de onverzettelijke wil om te volharden wonderen doen verrichten. Tevens zal die studie als vrucht afwerpen, dat nog eens grondig nagegaan wordt, of de eigen toestanden wel geheel beantwoorden aan de te verwachten mogelijkheden, en dat eventueele onjuistheden worden hersteld en dat onvolledigheden worden aangevuld. Ons aller taak is om het zoover te brengen, dat wij met gerustheid de toekomst tegemoet kunnen zien. Dat wij dit ideaal kunnen bereiken 1 1255

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 169