bevoegden meerdere, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste drie jaren, terwijl daarnaast in artikel 124 wordt aangegeven
de militair, die opzettelijk, hetzij met overschrijding van zijn bevoegd
heid, het zij in een aangelegenheid, die vreemd is aan de belangen
van dienst, een mindere beveelt iets te doen, niet te doen of te
dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren.
Het eerst vermelde artikel 123 kan een tegenhanger van artikel
98, dat reeds vroeger besproken is, genoemd worden, was daar het
de meerdere, die beschermd moest worden tegen kennelijk kwaad
willige bezwaarschriften van de zijde van den mindere, hier is juist
de tegenstelde zijde onder het oog gezien: men wil het recht om
verzoeken in te dienen of beklag te doen, niet in den weg doen staan
door een gift, belofte of misleiding van den meerderekomt misbruik
van gezag of invloed van den meerdere in het spel, dan is het
zooeven behandelde artikel 121 of 122 aan het woord.
Noodig is, dat het oogmerk bij den dader voorzat óf vrijwaring
van bestraffing, terechtwijzing of afkeuring dan wel blootstelling,
terechtwijzing of afkeuring.
Men is bij de opstelling van dit artikel van het denkbeeld uit
gegaan, dat de dienst er niet mee gebaat zou zijn, als de meerdere
het maar straffeloos in de hand had om den mindere van zijn
plannen af te brengen om verzoeken te doen of zich te beklagen,
hetzij als de mindere zijne plannen dienaangaande doorzet, onaan
gename gevolgen, in den vorm zooals aangegeven in het betrek
kelijke wetsartikel, te voorkomen, die zich voor hem of voor een
ander zullen voor kunnen doen. Naast het weerhouden is strafbaar
gesteld het overhalen om een beklag, verzoek, klachte of aangifte
te doen; hier zijn min oirbare drijfveeren in het spel; de bedoeling
zit daarbij maar al te dikwijls voor om een anderen meerdere
onaangenaam te zijn; eindelijk heeft men in het artikel ook onder
gebracht-het aan de kennisneming van den bevoegden meerdere
onthouden van een stuk of aangelegenheid. Voorbeelden van het
bovenstaande zijn bijv: Een sergeant ziet zich in handen gesteld een
klacht tegen hem en houdt het stuk achter, dan wel als sergeant van de
week vraagt een mindere het rapport aan om zich te beklagen over
minder behoorlijke handelingen van de^en en geeft er geen gevolg aan.
Ook kunnen de handelingen vervat in dit artikel volgens het
meer aangehaald artikel 2 van de Wet op de Krijgstucht bij het
plegen onder zeer verlichtende omstandigheden krijgstuchtelijk
afgedaan worden.
1131