„au contraire de celui-ei, il est plein d'a propos et trés legér a remuer. „II est studieux le succès des cours de francais institués dans les „tabors le prouve surabondamment et en peu d'années il n'y aura „pas un gradé niarocain qui ne sache lire et écrire, si l'on veut „s'en occuper. II est attentif et plein a'amour-propre. II est suscep tible de ces mouvements d'opinion imprévus et irrésistibles communs „au nègre et au Berbère; il faut done le manier avec doigté -" D' Anfreville getuigt: „Personne n'ignore Phéroïsme déployé en „France par ceux de nos effectifs recrutés au Maroc. Ils se sont „révélés de beaucoup commes nos meilleurs auxiliaires. Rien ne les „étonne, rien ne les effraie et par exemple, ils pratiquent d'eux- „mêmes la tactique moderne du défilement qu'on apprend aux tirail leurs avec assez de peine." In 914 onderging ook Marokko de geweldproef. De résident-gé- néral Liautey kreeg orders het binnenland te ontruimen en op de kuststeden terug te trekken, doch weigerde daarin te treden. Wel zond hij van de 48 betaljons in West-Marokko niet minder dan 31 naar Frankrijk, terwijl met de 17 overige een geconcentreerde linie werd ingenomen aan de grenzen van het Zaian-gebied. Ach ter deze linie werden plaatselijk gerecruteerde bataljons reservisten en territorialen gelegerd, terwijl de territoriale bataljons in Septem ber 1914, uit Frankrijk aangekomen, langs de kust, de Spaansche grens en de spoorwegen verdeeld werden. Van de in Oost-Marokko aanwezige 12 bataljons werd de helft naar Frankrijk gezonden en door territorialen vervangen. De résident-général meldde met zeke ren trots, dat niets minder dan 3 divisiën infanterie, 1 brigade ca valerie, 2 groepen bereden artillerie, het meerendeel der genie, be nevens de bij behoorende hulpdiensten naar Frankrijk gezonden waren (1). Nochtans was de Fransche opvatting betreffende eene (1) Boussenot geeft den volgenden staat (La France d'outrenier, etc.) Infanterie: Chasseurs a pied1 bataljons Zouaves7 Tirailleurs algéro-tunisiens12 Bataillon d'Afrique1 Tirailleurs maroeains5 Cavalerie: Chasseurs d'Afrique8 eskadrons Spahis algéro-tunisiens7 maroeains5 Artillerie: 4 batteries de 75 8 65 de montagne Genie: 3 compagnies de sapeurs-mineurs, conip. de chemin de fcr, 2 sections de projecteurs. Vliegdienst: een escadrille van 9 vliegtuigen, Waarbij nog te voegen 15 bataljons koloniale troepen en 3 idem batterijen. 1048

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 46