D. v. O. de luitenants door kapiteins (of, wanneer hun werk zich daar toe meer leent, door burgerambtenaren), dan verkrijgt men rekening houdende met een drieledig regiments - en divisieverband eene formatie als aangegeven in bijlage B, waarin tevens enkele wen- schelijk geachte wijzigingen van ondergeschikt belang zijn verwerkt. Eene vergelijking tusschen de bijlagen A en B leidt tot de volgende wijzigingen in de rangsverhoudingen. Bestaande formatie Voorgestelde formatie kapiteins tot luitenants kolonels |j luit.-kolonels generaals -majoors 1 ruim 3 1 ruim 214 1 ruim 2H Hierdoor zal dus worden bereikt: 1. dat de diensttijd als luitenant wordt bekort, 2. dat een groot aantal hoofdofficieren voor den kolonelsrang in aanmerking kan worden gebracht, 3. dat kan worden gebroken met het in de laatste jaren gehuldigde beginsel, officieren, die niet in aanmerking komen of wenschen te komen voor bevordering, ter wille van de promotie van de jongeren het leger te doen verlaten, zoodra zij hun pensioen hebben verdiend. Indien hierdoor mogelijk wordt, dat een officier, voor wien de kolonelsrang niet bereikbaar is, bij een even langen diensttijd als officier een drietal jaren korter als luitenant en even zooveel langer als hoofdofficier kan dienen, is reeds voor een groot deel de bestaande misstand opgeheven. Hierbij zij opgemerkt, dat de voorgestelde vermindering van het aantal beroepsluitenants feitelijk niets anders is dan een bestendigen van den bestaanden toestand. Alléén, op het oogenblik heeft men wél een tekort aan luitenants, maar geen personeel, dat in staat is de diensten van de ontbrekende luitenants te verrichten. En in deze leemte moet worden voorzien. Reeds is door het legerbestuur besloten elk halfjaar een 16-tal onderofficieren-instructeur tot onderluitenant te doen opleiden. Aan bod is er voorloopig voldoende, niet minder dan 80 onderofficieren gaven zich voor dezen opleidingscursus op. De zooveel verbeterde tractementen en bevorderingsvooruitzichten voor de onderofficieren zullen zeker niet nalaten gunstig op de werving te werken, zoodat 1014 1 42/3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 8