terwijl de koloniale regeering in 1915 het getal van 3750 man
vaststelde voor de jaarlijksche lichting uit de bevolking. In 1916
eindelijk werd deze lichting verhoogd tot 5000 man, te recruteeren
uit de verschillende districten der Kolonie (Bulletin administratif
et commercial van 25 Mei 1916, voorafgegaan door een decreet
van 6 December 1915).
De diensttijd was vastgesteld op 7 jaren bij het actieve leger
en vijf jaren bij de reserve. Deze reserve bedroeg in Augustus
1914 uit 5000 voor den velddienst geschikte mannenzij werd
onmiddellijk opgeroepen. Vervolgens werd in Europa een oproep
gedaan voor de encadreering van het nieuwe leger, waardoor 700
officieren en onderofficieren voor den ongeveer drie jaren durenden
veldtocht naar de Congo werden gezonden. Ter vervanging van
het Albini-geweer werden 15.500 Gras-geweren uitgezonden, elk
uitgerust met 2000 patronen. Enkele afdeelingen, die reeds een
Mausergeweer hadden, kregen eveneens 2000 patronen per geweer
(detachement Katanga).
Naar de Congo werden voorts gezonden
59 Colt mitrailleurs (waarvan drie op maxim affuit),
6 Maxim 7,65 m. M.,
49 Hotchkiss 7,65 m M,
ieder voorzien van 100.000 patronen.
De artillerie werd samengesteld uit stukken van 4,7 c. M.,
Krupp-kanonnen van 7.5 c.M., en bergkanonnen van 7.5 c.M.
Deze laatste kalibers waren evenwel minder geschikt voor den
bewegingsoorlog èn om hun gewicht èn omdat zij over te weinig
schoten beschikten. De stukken van 4.7 c.M. zouden dus de
troepen volgen. Deze Nordenfeld kanonnen werden tot batterijen
van 4 stukken samengesteld en voorzien van 4000 schoten elk.
Tezelfder tijd werd naar een gemakkelijk vervoerbaar kanon ge
zocht, met voldoende kalibergrootte om groote materieele uitwer
king te verkrijgen. De fabrieken te Saint-Chamond slaagden er in
kanonnen te construeeren, die aan de eischen voldeden en zonden
4 batterijen van 4 stukken van 7 cM. kaliber naar de Congo, elk kanon
voorzien aanvankelijk van 2COO, later opgevoerd tot 4000 schoten.
Ten overvloéde zij hieraan nog toegevoegd, dat het ontwerp
voor een marinebasis in de havenplaats Lukuga tot uitvoering werd
gebracht. Het betrof hier den strijd om de heerschappij op het
Tanganjika-Meer.
Lukuga werd voorzien van twee kanonnen van 16 cM. en 1 kanon
van 10 cM., tijdelijk overgebracht van het fort Shinkakasa aan de
1176