zijn teruggekeerd, ging hij wederom naar de Congo als „commis-
saire général de 1' Uele". Dit bleef hij tot 1909.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak, was TOMBEUR Majoor en vice-
gouverneur van Katanga (de mijnstreek in het zuidoosten nu van de
Congo), vervolgens klom hij op tot „Inspecteur d' Etaten kolonel,
om medio 1916 tot generaal-majoor te worden bevorderd.
Het is duidelijk, dat iemand als TOMBEUR de aangewezen leider
was van de gewichtige operatiën gedurende 1915.
Nu ik mijn lezers in kennis heb gebracht met de Belgische strijd
krachten en met haar opperbevelhebber, wil ik overgaan tot de
bespreking van den loop der gebeutenissen in het noordwesten
deel van D. O. A.
Dislocatie der Belgische troepen in Maart 1916.
Noordbrigade. Het 4de regiment was geconcentreerd ten noorden
van het Kiwu-Meer in een positie tegenover de Sebea-rivier en
hield bezet de berg Goma en een hoogtenreeks op Duitsch territoir.
Het 3de regiment was geconcentreerd aan de Rutschuru bij Kigezi
tot de grens, van Britsch-Oeganda.
Zuidbrigade. Het 2de regiment was nog met geformeerd. Alleen
het 7de bataljon was gelegerd te Uvira. Het 4de en 5de bataljon
waren nog niet beschikbaar, omdat deze nog behoorden tot het
Détachement des lacs" van overste Moulaert. Ik vermeldde reeds,
dat de overtollige bataljons van dit detachement in regimentsverband
werden gebracht, nadat de heerschappij op het Tanganjika-Meer
den Duitschers was ontnomen.
Het 1ste regiment lag geconcentreerd in de streek ten zuiden
van het Kiwu-Meer aan de Ruzizi bij Nija-Lukemba-Shangugu
tegenover de beide uiterste vleugels der Duitsche detachementen
Wintgens en von Langenn-Steinkeller.
Opstelling der Duitsche troepen (Westtroepen).
Commandant Generaal Wahle. Hoofdkwartier te Tabora.
Tot zijn beschikking stonden:
a. Kapitein WiNTGENS, resident van Roeanda, met drie compag
nieën 500 man, samengesteld uit Inlandsche hulptroepen);
4 kanonnen van 3.7, cM., één oud kanon C. 73 en één 10.5 cM.-
kanon, opgesteld ten noorden van het Kiwu-Meer bij de
Sebearivier, ten Oosten van Kissenji en een weinig ten zuiden
van het meer.
b. Majoor von Langenn-Steinkeller, resident van Oeroendi,
met 4- 300 man bij Oesoemboera en de Ruzzizi-rivier.
1180