c. „Korvettenkapitan" (1) ZiMMER met de 22ste compagnie en de „Möwe" afdeeling, sterk 120 Europeanen en 150 inboorlingen. d. Eerste-Luitenant Franken met de 29ste veldcompagnie op den Namemaberg bij Bismarckburg. Luitenant Haszlacher met eene kleine bezetting van Bismarck burg. Kapitein VON Chappuis met vier zwakke compagnieën, twee kanonnen C. 73 en 150 man hulptroepen in Moeanza en om geving. g. Kapitein Gudovius met ongeveer vier zwakke compagnieën, meest met oude geweren M. 71, voorladers en speeren bewapende mannen, te Bukoba en omgeving. Gaat men nu eens na, welke de strijdkrachten aan beide zijden waren, dan valt dadelijk op, hoe veel beter voorbereid de Belgische strijdmacht was, welke de Belgen door aanvoer uit Europa behoorlijk hadden kunnen organisseeren. Maar des te meer dient te worden geprezen de wijze, waarop de Duitschers met hunne hetero gene, eigenlijk „Ersatztruppen" hier den Kolonialen bodem voet voor voet hebben verdedigd. Operatieplan der Belgen. Om samenwerking te krijgen met de Engelsche strijdkrachten, lag het in de bedoeling van Generaal Tombeur om op te marcheeren in de lijn Ruzizirivier-Kiwumeer-grens tusschen Oeganda en Roeanda, dus in het gebied van D. O. A. gelegen noordwest van de denkbeeldige lijn noordpunt van het Tanganjikameer-zuidwestpunt van het Victoria- meer. De dislocatie der Belgische troepen stelde het opperbevel in staat om het gebied ten noorden van bovengenoemde denkbeeldige lijn te bezetten en de hoofdactie te leiden én naar Moeanza en Tabora én naar Kigoma en Oedjidji. De Belgische linkervleugel had echter een omzwaai naar het zuiden te maken om de Duitsche versterkingen te kunnen aantasten en nemen, terwijl de opstelling voor het algemeene hoofdobject, Tabora, een geheele frontverandering te maken. Toch lag dit in de bedoeling van het Belgische opperbevel, omdat de Zuidbrigade tot opdracht had de Ruzizistelling te bezetten en door eene energieke demonstratie zooveel mogelijk Duitsche strijdkrachten te binden, ten einde de Noordbrigade in de gelegen heid te stellen haar opmarsch te beginnen. Deze opzet werd gerecht- (1) Komt overeen met majoor bij de landmacht. Red. 1181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 95