vaardigd geacht, omdat het onmogelijk was ten noorden van het
Kiwu-Meer groote troepenmassa's samen te brengen uit hoofde
van het indaad zeer zware terrein aldaar, maar vooral wegens de
moeilijke, zoo niet onmogelijke verpleging.
Maar deze troepengroepeering stelde den tegenstander in staat
te ageeren op de binnenlijnen; doch het Belgische opperbevel vond
dit gevaar niet ernstig wegens de geringe sterkte der Duitsche
troepen en de geographische gesteldheid van het terrein, die snelle
troepenverplaatsingen niet toeliet.
Voor de uitvoering van het Belgische operatieplan zou de Noord
brigade zich splitsen in twee onderdeden
1. het 3de regiment, versterkt met het 14de bataljon en Wz
batterij St. C.hamond, zou te Lutobo concentreeren en naar
Kigali oprukken. Om deze bewegingen te maskeeren zouden
de daar aanwezige Belgische posten worden bezet door
Engelsche troepen.
2. het 4de regiment en Yz batterij St. Chamond (nog niet ter
plaatse) kreeg opdracht om tegen de Duitsche Sebea-linie op
te rukken en de bezetting daarvan te binden.
Van de Zuidbrigade concentreerde het 1ste regiment te Kilawa
en kreeg opdracht om alles in gereedheid te brengen voor net
overschrijden van de Ruzizi, ter plaatse een offensief bruggenhoofd
te bouwen en op te marcheeren in de richting van Nyanza (resi
dentie van Musinga, vorst van Roeanda).
Van het 2de regiment zagen wij reeds, dat slechts het 7de
bataljon te Uvira was; de overige bataljons waren nog niet be
schikbaar. Dit 7de bataljon had tot opdracht om te demonstreeren
tegen het Duitsche Oesoemboera, terwijl gepoogd zou worden
deze bedreiging te vergrooten, door een Belgische fiottilje op het
Tanganjika-Meer.
De aanvang der geheele operatie was vastgesteld op 15 Maart 1916,
maar de opmarsch kon niet beginnen, omdat de commandant der
Noordbrigade nog minstens een maand noodig had om gereed te
zijn en omdat die troepen op dien datum nog over geen voldoende
aantal dragers beschikten.
De operatiën.
Toen de operatiën een aanvang zouden nemen, heeft het opper
bevel wederom eenige wijziging aangebracht in de opstelling.
Het 4de regiment kreeg versterking van het 14de bataljon en bezette
tegenover de Duitsche Sebea-linie de stellingen Goma (berg), Lubafu,
Mitoko, Tshandjarwe met een stelling in tweede linie bij de Mirasano.
1182