te dringen (Luitenant Pirot had het genoegen het eerst in de hoofd- strijd te zijn). De rest van het 3de regiment onder majoor Bataille marscheer- de van Kamwezi naar het oosten van het Mohasi-Meer. Majoor Bat aille zonderde het 10de bataljon af als verkenningsafdeeling naar de oostpunt van het meer, welk bataljon den 3de Mei Bata- njata bereikte. Een compagnie werd uitgeschoven naar de Kage- rarivier, een tweede naar het zuiden in de richting van Dsinga. Het 9de en 14de bataljon bereikten Kigali den 9den Mei en troffen daar het 1ste bataljon reeds aan. Kolonel Molitor hield te Kigali zijn troepen bijeen, doch gelastte den 12den Mei het 10de bataljon om naar het noorden te gaan, ten einde verbinding op te nemen met de colonne van Majoor Rouling (4de Regiment). Wat was er gebeurd? Den 18den Mei werd te Kigali een tele gram ontvangen van Majoor Rouling, gedateerd 11 Mei, dat de Ruakadigi-stelling door Wintgens ontruimd was en dat de vijand terug trok naar het zuiden. Toen Kigali bezet was door de Belgen, werd de Sebea-stelling ernstig bedreigd door afsluiting van haar terugtochtslijn, mede in verband met de later te beschouwen actie der Zuidbrigade (Olsen). Zoo verliet Wintgens onopgemerkt zijn positie. Zoo stil en in het geheim was dit geschied, dat de achtergebleven misleidingsbezetting nog een halven dag zwaar artillerievuur zag afgeven op de feitelijk reeds verlaten stellingen. Al het oorlogsmateriëel was weggevoerd. Den 12den Mei werd Kissenji ontruimd en daarmede werd de plaats prijs gegeven, waar de Duitsche wapenen zoovele lauweren hadden geplukt- Majoor Rouling had den 5den Mei nog een aanval gedaan op de Mungme-hoogte, maar deze aanval was afgeslagen. Eerst na aan komst van een sectie artillerie van 6 cM. werd de aanval krachtig herhaald (11 Mei). Ruakadigi en Bassa werden ernstig bedreigd, maar zooals gezegd, gevaar voor afsnijding zijner terugtochtslijn noopte Wintgens om de krachtige Sebeapositie te verlaten. Wij zullen straks zien, dat niet alleen de manoeuvre van Kolonel Molitor voor Wintgens gevaarlijk was, maar dat ook een co lonne der Zuidbrigade poogde den ring om Wintgens te sluiten. Majoor Rouling had ernstig te kampen met transportmoeilijk heden, zoodat de vervolging van Wintgens niet kon worden ingezet. Deze trok terug op zijn hoofdetappeplaats Rubengera, welke plaats echter ook moest worden ontruimd (14 Mei). 1185

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1920 | | pagina 99