Een volgende maal zal i. h. kort worden aangegeven, hoé
o. i de inf. der Buitenbezittingen te reorganiseeren ware.
D. B.
ONZE OFFICIERSWONINGEN.
Ieder officier van eenige anciënniteit zal nog met een onprettig
gevoel terugdenken aan den tijd, toen hij in zijne luitenantsjaren
gedoemd was met zijn gezin verblijf te houden in een der thans
gelukkig bijna alle, öf verdwenen, öf grondig omgebouwde, oud
model luitenantswoningen, welke niet meer dan één slaapvertrek
bevatten, zoodat een gezin met eenige kinderen wel verplicht
was de z. g. binnengalerij tot slaapkamer in te richten.
Daarentegen had toenmaals wél iedere woning een dergelijke
binnengalerij, veelal door de bewoners ingericht als zitkamer, woon-
of studeervertrek en in geval van nood zelfs als slaapkamer-
Voorts had iedere woning zijn stal en bijna altijd een wagen
kamer, een aantal bediendenkamers, badkamer en nevenvertrek
van zeer ruime afmetingen. Hetgeen aan woonruimte ontbrak,
werd ten deeie vergoed door flinke bergruimte in de bijgebouwen.
Aanmerkelijke verbetering brachten de luitenantswoningen van
een nieuwer type (Fort de Koek, Magelang): vóór-, binnen- en
achtergalerij en bovendien 3 kamers, verder dezelfde ruime bij
gebouwen als bij het voorgaand type. Zelfs een gezin met vier
kinderen vond hierin behoorlijk huisvesting.
Een stap achteruit bracht de invoering van het volgend type.
Uitwendig werden de huizen fraaier; door af te stappen van de
normaalprojecten werd het eentoonig aanzien van officierskampe
menten verbroken. Ook de inwendige inrichting werd gemoder
niseerd.
De binnengalerij werd overbodig geacht en kwam te vervallen,
zonder dat een ander vertrek daarvoor in de plaats werd gege
ven. De aangewezen plaats voor zit- of werkkamer schoot er
hierdoor bij in En aangezien het z. g kantoor voor een officier
toch wel als een onmisbaar onderdeel van zijn huis is te be
schouwen, beteekende dus het gemis van een binnengalerij voor
gezinnen met meer dan. twee kinderen de beschikking over een
slaapkamer minder; een ernstig ongerief!
Daar de bezuiniging nog verder werd doorgevoerd, verdween
ook de gewoonlijk als kofferkamer gebezigde wagenkamer, terwijl
tevens het aantal bediendenkamers werd ingekrompen. Offn",—
niet in het bezit van een paard, konden nog hun koffers en
kisten in den stal bergenbereden offn. moesten niet zelden
daartoe de hulp van buren of kennissen inroepen
Volgens de Genieorder Nr. 26 zijn - vergeleken bij de normen
van Geniéorder Nr. 16 de afmetingen van de vertrekken in het
hoofdgebouw, welke toch al niet overmatig groot waren, nog
32