De slechts 1,5 M. breede overdekte gang naar en langs de bij
gebouwen bezorgt iemand die bij een flinke bui naar de ac
cessoires moet, onvermijdelijk een nat pak.
Een kleine betegelde bak in de badkamer is zeker te prefe-
reeren boven de vroegere reusachtige gemetselde bakken, mits
men geregeld over water beschikt. Met een waterlei
ding, welke slechts 1 a l'/2 uur per etmaal water geeft, levert
een kleine bak ernstig ongemak.
Dit zelfde in nog grooter mate geldt voor de inrichting, die
men gemeenlijk naast de badkamer aantreft. Eene moderne instal
latie is alleen bruikbaar, indien de waterdoorvoer ten allen tijde
verzekerd is. Is dit niet het geval, dan nog maar liever de
ouderwetsche eenvoudige constructie, vooral als deze boven
stroomend water is aangebracht.
Op een put schijnt niet te worden gerekend, evenmin op een
afzonderlijke badgelegenheid voor de bedienden. Uitsluitend
gebruik van leidingwater voor begieten van de planten en ten
behoeve van het paard kan een vrij kostbare geschiedenis wor
den. Is er een leiding welke onvoldoende water geeft, dan is
men zonder put nog verder van huis.
Een gang in het hoofdgebouw is zeer onpractisch, en komt
slechts ten nadeele van de toch al niet overdadige ruimte voor
.de galerijen. Door vóórgalerij ontvangkamer) en achtergalerij
huiskamer) in het midden van het gebouw te plaatsen met
de kamers aan weerskanten wordt de gang overbodig. Vooral bij
de kleinere woningen (5e en 4e kl.) is dit van veel belang.
De geheele Qenieorder No. 26 staat blijkbaar in het teeken
van bezuiniging. Welke overwegingen hebben daartoe ge
leid? Volkomen zekerheid hieromtrent is uiteraard slechts te ver
krijgen door raadpleging van de betrekkelijke archiefstukken.
Maar toch mag wel worden aangenomen, dat de twee hieronder
vermelde factoren hierbij den doorslag hebben gegeven.
Ie. De prijstijging van gronden, materialen en werkkrachten,
2e. De ontstane wanverhouding tusschen de handelswaarde
van de woningen en de door de gebruikers te betalen vergoeding.
a d 1 e. Dat het bouwen van gouvernementswoningen veel duur
der is geworden, ligt voor de hand; op zich zelf kan dit echter
bezwaarlijk als gegronde reden worden aangevoerd om den aan
bouw te beperken of de naar redelijkheid vastgestelde normen
te verminderen ten ongerieve van de bewoners.
ad 2e. Vóór de verwezenlijking van de bezoldigingsvoor-
stellen hadden de officieren óf een gouv. woning öf de indem
niteit daarvoor, welke in beginsel zoodanig was berekend, dat
voor dat bedrag eene ongeveer gelijkwaardige woning kon worden
ingehuurd. Vandaar de indeeling van de garnizoenen in klassen;
De indemniteit voor een luit. kon bedragen f 40 f 50.— of f 70.
voor een kapitein f65.f75.off 100.,vooroffn. van hooger
rang naar verhouding meer-
35