bekend, noch door de leden dier commissie, noch door eenige overheid, in het geding gebracht. Dat na de totstandkoming der tractementsverhoogingen tot vermindering van de afmetingen der woningen moest worden overgegaan, is dan ook moeilijk te be- grijpen. Des te minder is zulks te aanvaarden, omdat bij de burger ambtenaren, voor wie de klasse der woning afhankelijk is van het inkomen, eene weddeverhooging juist aanspraak geeft op eene hoogere klasse van woning. In Staatsblad 1920 No. 502 (Javasche Courant Nr. 57) is de regeling betreffende de gouv. woningen voor burgerlands dienaren opgenomen, zooals deze in 1921 zal in werkingtreden. Aangezien in de begrooting voor 1921 reeds de soms vrij be langrijk hoogere tractementen voor deze ambtenaren zijn opge nomen, wijst dit ongetwijfeld op een nauw verband tusschen nieuwe woningregeling en nieuwe bezoldiging Voor ambtenaren met een inkomen boven f 1500— worden de eischen der woningen naar omstandigheden vastgesteld. Overi gens zijn de woningen verdeeld in 7 klassen, elk bestemd voor ambtenaren met een bepaald tractement. Ie kl. boven f 1000 t/m f 1500; 2e kl. boven f 800 t/m f 1000; 3e kl. boven f 600 t/m f 800; 4e kl. boven f 400 t/m f 600; 5e kl. boven f 250 t/m f 400; 6e kl- boven f 150 t/m f 250; 7e kl. boven f 100 t/m 150. Vergelijkt men de tabel in dit Staatsblad met die in Genieorder No 26, dan blijkt, dat de volgende typen van beide categorieën woningen vrijwel aan elkander gelijk zijn te stellen: Stel dat een off. in het genot van de tegenwoordige bezoldiging na 2 jaar le luit. na 12 jaar kapitein, na 21 jaar majoor, na 23 jaar overste en na 26 jaar kolonel wordt, dan zou hij volgens de regeling voor de burgerambtenaren, dus berekend volgens zijn tractement, op verschillende tijdstippen aanspraak hebben op eene woning als hieronder aangegeven. le t/m 5e jaar kl 5 (=6e kl- M.); 6e t/m 12e jaar kl- 4 (=5e kl.M.); 13e t/m 19e jaar kl 3 4e kl. M.); 20e t/m 23e jaar kl. 2 tusschen 4e en 3e kl. M 24 t/m 29e jaar kl. 1 (=3eklM.) Als jong luit. zou de off. er dus slechter, als oudkapitein er beter aan toe zijn, dan volgens de thans voor hem van kracht zijnde regeling. Gemiddeld dus weinig verschil. B(urger) M(ilitair) Klasse 2 3 4 5 6 7 4 5 6 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 37