Het aanwijzen van dergelijke verbindingsagenten is een nood zakelijk gevolg van de groote ruimtelijke verspreiding der een heden. Zij brengen hun berichten zelf mondeling over of wel seinen die het seinen evenwel moet zooveel mogelijk worden vermeden, wan neer het terrein niet voldoende dekking biedt of de seiners ten min ste kunnen blijven liggen, zulks om niet de aandacht des vijands te trekken. Zoo zijn de ervaringen uit den grooten oorlog. Het is te hopen, dat onze reglementen spoedig zullen worden gewijzigd en daar mee in overeenstemming gebracht, al is het dan maar voorloopig alleen door een rondschrijven. H. G. DE DIENSTPLICHT VOOR EUROPEANEN IN NEDERLANDSCH-INDIË. Waar ik op verzoek er toe over ga het een en ander omtrent den dienstplicht voor Eur. mede te deelen, teneinde daaraan meerdere bekendheid te geven, moet niet worden verwacht, dat tevens critiek zal worden geleverd over het t.z. tot stand gebrachte, al zal ook zoo hier en daar een kleine opmerking worden gemaakt. Niet dat op de verschillende voorschriften en over de ten uit voerlegging daarvan nie s zou zijn op te merken, maar meer omdat het hier de bedoeling niet is. Voor zoover bekend, moest reeds in 1891 nagegaan worden in hoeverre de invoering van eene Eur. militie in N.-l. kans van slagen zou hebben en noodig zou kunnen zijn teneinde in oorlogstijd een reserve te hebben. De invoering werd toen onmogelijk geacht omdat vermeend werd, dat eene invoering toen niet zou kunnen plaats vinden, indien niet eerst de grondwet werd gewijzigd, (de grondwet is zie art. 2 niet van toepassing op N.I.); omdat de militie onbillijk werd geacht en inpopulair zou zijn; omdat, waar in het Ind. leger zoo goed als geen jongelui van goe den huize waren, de militie de jongelui in het Moederland zou af schrikken naar Indië te gaan, terwijl de vorming van afzonder lijke militiekorpsen te veel bezwaren met zich zou brengen. Toen eenigen tijd later gedacht werd over de opheffing van de schutterij werd een schutterijcommissie in het leven geroepen, die als haar oordeel gaf, dat het noodzakelijk was, dat de Euro peanen in tijd van oorlog meehielpen. Waar vele offn. van dit onderwerp feitelijk weinig afweten, kwam het ons niet ondienstig voor, den S. te verzoeken het voor het tijdschrift te be werken. Red. 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 13