zenuwtrekkingen; of wei een ander persoon, die zeerzeker zal moeten worden afgekeurd, voor zich aan de keuring doen onderwerpen. De jaarklasse 1894 is de eerste, die werd ingelijfd, omdat de regeling getroffen was militieplichtigen van 25-jarigen leeftijd en ouder niet voor eerste oefening onder de wapenen te roepen. Aan deze laatsten wordt uitstel van opkomst voor die oefening verleend tot buitengewone bijeenroeping in geval van oorlog, oorlogsgevaar en andere buitengewone omstandigheden, bij wel ke oproeping zij voor zoover nimmer geoefend, bij de dépöts zullen worden afgericht. Bedoelde minimum leeftijd van 25 jaren is thans op 26 gebracht Deze oudere jaarklassen worden dus buiten hunne tegenwoor digheid ingelijfd. Van den plicht tot inschrijving zijn enkele groepen ontheven zooals o. a. zij die nog in mil. dienst zijn. Thans zijn voor den verplichten krijgsdienst ingeschreven de- militiejaarklassen 1-889 "|ot en met 1899 en alle landstormjaar- klassen. i r 6' V-- Het tijdvak tot inschrijving van elk volgende jaarklasse (1900 1901 enz.) wordt middels ordonnantie vastgesteld. De nog niet ingeschreven dienstplichtigen, die behooren tot reeds ingeschreven jaarklassen, zijn verplicht zich zelf aan te ge ven binnen veertien dagen na vestiging in het dienstplichtgebied (ook militairen na ontslag uit den dienst). De ingeschrevenen, die „niet ongeschikt zijn be vond e n'' worden ingelijfd- Door deze bewoordingen „niet ongeschikt zijn bevonden" wor den dus niet alleen ingelijfd zij, die wèl geschikt zijn bevonden, maar ook zij, die zich niet aan de keuring hebben onderworpen, omdat zij niet werden afgekeur d". Deze laatsten worden gekeurd door een off. v. gez-, na op komst in werkelijken dienst. De dienstplichtigen kunnen ook „tijdelijk"-ongeschikt worden verklaard en wel 2 malen, telkens voor een jaar, zoodat een in geschrevene bij 2 malen tijdelijk ongeschikt verklaring, zich 3 malen aan eene keuring moet onderwerpen- Militieplichtigen, die reeds eene eerste oefening hebben vol bracht (natuurlijk alleen bij de eigen krijgsmacht) dan wel laat stelijk een rang bekleedden (wat uit overgelegde bewijsstukken zal moeten blijken) en oie behooren tot een jaarklasse, die een eerste oefening moet volbrengen, worden van -de eerste oefening vrijgesteld. Zij, die laatstelijk een rang bekleedden (bij eigen krijgsmacht) worden in dien of in eene overeenkomstigen rang inge lijfd. Dit geschiedt ook met hen, die bij de schutterij laatstelijk een rang hebben bekleed. Aan militieplichtigen, die persoonlijken schutterdienst hebben verricht en als schutter werden afgericht, wordt voor elk jaar 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 17