moderne gevechtsopleiding.
Als men voor zoo verre zulks hier in Indië mogelijk is de
massa literatuur doorworstelt, welke over de (tactische gevechts
voering in den grooten oorlog geschreven is, wordt wel overmatig
d u i d&e 1 ij k de belangrijke wijziging, welke die gevechtsvoering,
door allerlei omstandigheden, sedert 1914 heeft ondergaan.
Wijziging zóó omvangrijk, dat gerust van een nieuwe b -
vechtsvoering kan worden gesproken en dat die van voor 14 als
absoluut verouderd moet worden beschouwd.
Eerst na veel lezen óver en zich denken in het moderne gevecht,
wordt die gevechtsvoering den in het oude—opgevoede DU1DE~
L1IK vervaagt tenminste grootendeels de sluier die over al
dat nieuwe hing, wordt het vage, onzekere begrip, dat men er van
had wat vaster omlijnd, maar dan rijst daarop voor hem, die
slechts uit de literatuur dat begrip verkreeg, ongetwijfeld de groote
vraag
Hoe moet nu dat nieuw verworvene, dat nog geenszins
volledig verkregene, op den troep en op de omstandigheden,
waaronder deze die gevechtsvoering zal hebben toe te passen
(Indische terrein), worden overgebracht?"
Tot nu toe tenminste voor zooverre wij waarnamen be
oefent het Indische leger nog goeddeels de oude gevechtsvoering,
is dus allesbehalve BIJ
Hoogstens hier en daar een ietwat schuchtere poging om wat
van het nieuwe toe te passen, waartoe dit zij terloops opge
merktook in menig opzicht de noodige materieele middelen
ontbreken.
Dit alles dient anders te worden. Maar hoe
Uiteraard is vooreerst noodig een boekje, een handleiding ter
voorlichting van het gezond verstand (dat bij alles hoofdzaak
blijft).
Maar met dat boekje waarschijnlijk te schrijven door iemand,
die ook ter zake de praktijk niet kent, zijn we er nog niet, naar wij
vermeenen.
We hebben bovendien en vooral andere voorlichting noodig en
wel voorlichting van mannen, die de nieuwe gevechtsvoering u i t
de prakt ij k kennen, die den geheelen ontwikkelingsgang, den
overgang van '14 tot '18 hebben medegemaakt, die VOELEN!'waar
de moeilijkheden liggen voor iemand, van de school van voor 14,
om tot het begrip, tot het doorvoelen, van de leer van 18 te komen.
Dergelijke mannen zijn voor ons leger, tijdelijk, brood- en
broodnoodig, zij zijn o.i.- onmisbaar om het, wat gevechtsleer be
treft, op peil te brengen 1