op den dag waarop hij met groot verlof zou gaan, in werkelijkert dienst behoort te blijven hetzij voor het ondergaan van straf, hetzij wegens het onderzoek omtrent eene krijgstuchtelijke over treding enz- waarvan hij verdacht of beklaagd wordt. Het zal in het laatste geval niet uitgesloten zijn, dat miliciens zeer lang moeten worden aangehouden. Zij zouden dan evenwel door den korpscommandant met klein verlof buiten bezwaar van den lande huiswaarts kunnen worden gezonden, totdatvoorde verdere afdoening hunner strafzaak hunne tegenwoordigheid wordt vereischt. Bovendien kan een milicien bij verpleging in het hospitaal op ver^ zoek langer in werkelijken dienst worden aangehouden. Indien militieplichtigen door verpleging in het hospitaal a/d dienst ontrok ken zijn geweest, mogen zij daarvoor niet langer worden aan gehouden. De ingelijfden bij de militie dienen tegelijk met, en op dezelfde wijze als de vrijwilligers bij den krijgsmacht, terwijl op hen waar noodig en mogelijk, behoudens een enkele uitzondering (klee- dingtarief) alle tarieven en reglementen van toepassing zijn, waar bij zij moeten worden beschouwd als te zijn ongehuwd. Zooals liet thans geregeld is, heeft alleen indeeling plaats bij de Infanterie (eerste oefening bij Inf. VII, VIII, XIV en XV), M3 en bij de afdeeling ordonn. wielrijders als motorberichtrijders; bij de vest. art. (militiecomp. art. te Bandoeng) bij het korps genietroepen bij den hospitaaldienst te Magelang alleen Chineezen ge lijkgesteld met Europeanen en bij de Automobielcompagnie (mede alleen Chineezen ge lijkgesteld met Europeanen). Indeeling bij de Cav. en de bereden Art. heeft nog niet plaats. Militieplichtingen, die reeds militairen dienst hebben verricht, worden ingedeeld bij de wapens of diensten waarbij zij hebben gediend. Na volbrachte eerste oefening worden de miliciens der Infan terie, alnaargelang hunne woonplaats en de jaarklassen waartoe zij behooren, aan bepaalde veldbataljons toegewezen. Hiervoor is Java en Madoera in groepen ingedeeld. In de zakboekjes wordt die groepsindeeling vermeld, zoodat zij ten allen tijde kunnen weten bij welk korps zij voor her halingsoefeningen en bij mobilisatie, dan wel bij opkomst met spoed, hebben op te komen. Zoo wordt b. v. een milicien van de jaarklasse 1894, die te Soerabaja woont, ingedeeld bij Inf. XIII aldaar-. Verhuist hij nu naar Batavia, dan zal hij nader ingedeeld moeten worden bij Inf. X te Weltevreden en dienovereenkomstig de lastgeving in het zakboekje gewijzigd moeten worden. Het zal kunnen voorkomen, dat die lastgeving door de schuld van den houder niet wordt gewijzigd, maar toch zal hij door 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 20