-de in het zakboekje opgenomen groepsindeeling weten, dat hij
niet meer bij Inf. XIII moet opkomen.
Of elke milicien zulks begrijpen zal, is nog de vraag.
Ter voorkoming van geknoei lijkt het mij aanbevelingswaard,
dat in de zakboekjes door den houder een duimafdruk wordt
gesteld.
Nog moet worden opgemerkt, dat tusschen het begrip „op
komst met spoed" en „opkomst bij mobilisatie'' verschil bestaat,
al wordt dit verschil in de bestaande voorschriften niet gemaakt.
Voor oproepingen b. v. bij binnenlandsche onlusten (opkomst
met spoed) moet het noodige nog in gereedheid worden gebracht.
Voor oproeping in geval van oorlog en oorlogsgevaar op
komst bij mob.) is alles reeds geruimen tijd te voren in gereed
heid gebracht.
Tijdens het groot verlof kunnen de militieplichtigen, die voor
•eerste oefening in werkelijken dienst zijn geweest, alsmede zij,
die van eerste oefening werden vrijgesteld, voor herhalingsoefenin
gen worden opgeroepen, bij de onbereden wapens voor ten hoogste
■en in totaal 48 dagen (thans bepaald op 3 oefeningen van 16
dagen) en bij de bereden wapens één maal voor ten hoogste 28
dagen
De Legercommandant kan op verzoek geheele of gedeeltelijke
vrijstelling daarvan verleenen, dan wel, die oefeningen in een
ander tijdvak doen volbrengen, dan voor de jaarklasse van ver
zoeker is bepaald.
De oproeping voor herhalingsoefeningen geschiedt bij openbare
kennisgeving.
Ingeschrevenen, die vóór de oproeping ter inlijving hunner jaar
klassen, het dienstplichtgebied (Java en Madoera) verlaten, hetzij
zij zich vestigen in de Buitenbezittingen, hetzij buiten N. I.,
worden zonder meer afgevoerd. Vestigen zij zich later wederom
in het dienstplichtgebied of wordt het dienstplichtgebied van
toepassing verklaard op dat gebiedsdeel, waarin zij zich hebben
gevestigd, dan zullen zij ingevolge de bepalingen, van welken
leeftijd (mits militieplichtige) zij alsdan ook zullen zijn, alsnog
een eerste oefening moeten volbrengen, indien de plicht tot
inschrijving vóórdat zij het dienstplichtgebied verlieten, op hen
is komen te rusten op een leeftijd van jonger dan 26 jaren.
Naar aanleiding hiervan zal op het hoofdkantoor van de militie
van hen, op wien de plicht tot inschrijving reeds eenmaal kwam
te rusten op een leeftijd van jonger dan 26 jaren en die vóór
de oproeping ter inlijving het dienstplichtgebied verlieten (daardoor
aan de eerste oefening onttrokken werden en uit het militieregister
werden afgevoerd), een register volgens kaartsysteem moeten wor
den aangelegd, wil op hen gemakkelijk een behoorlijke controle
uitgeoefend kunnen worden.
Een kleine aanteekening zou hier misschien van dienst kunnen zijn.
21