omdat de gescheiden helften v/z leger partieel geslagen kunnen worden. Die helften hebben slechts door middel van op groote afstanden van onze landfronten gelegen dwars-land- en spoor wegen met elk. verbinding, terwijl wij over de dwars door ons reduit heen loopende spoorlijn Kroija Cheribon beschikken. Het opereeren op de binnenlijnen komt dus bij h e t voor gestelde reduit meer tot zijn recht. 5. Wil de vijand zich van zee tot zee tegenover ons land- front vastzetten-, dan biedt hij ons bij die opera tie a 11 ij d z ij n flank. Ad. c. front maken naar weerszijden. Willen wij beschikken over de voordeelen opgesomd onder b. dan moeten wij naar weerszijden front maken. Wij nemen dan tegenover een aan weerszijden gelanden vijand eenzelfde centrale positie in, als Duitschl.-Oostenr. i/d Grooten Oorlog. Ad. cl. twee smalle ontoegankelijke zee fronten bezitten. Smal, omdat dan slechts een kleine kuststrook te bewaken en verdedigen valt. Smal, omdat b/e verdediging met 2 fronten het overgooien v/d centrale reserve v/h eene n/h andere front alsdan weinig tijd vordert. Ontoegankelijk omdat de vijand alsdan geen landing n het reduit kan verrichten. Ad. e. twee ge makkei ij k verdedigbare land- fronten bezitten. Het Westfront. 0 Dit front wordt door het langsgebergte in 2 deelen ge scheiden. Het zuid. gedeelte wordt door den spoorweg we derom in 2 deelen verdeeld: o. de Tji Tan doei moerassen, zich uitstrekkende vanaf de Kinderzee t/a Wanaredja; breed van 10 tot 20 K. M., lang 38 K. M. Zij vormen voor den vijand een absoluut onoverschrijdbare hindernis. b. de bergrug, lang 20 K. M., van Wanaredja tot a, d Padonteloe (1351 M), hoogste top op dat punt v/h langsge bergte Het terrein tusschen dien bergrug en de Tji Djolang is over een ruimte van 12 K. M. bedekt met maagdelijk oerwoud, vol diepe ravijnen enz. en is ten eenen male voor groote troepenbewegingen ongeschikt. De eerste bruikbare dwarsverbinding, die van Koeningan over Tjikiding—Kawali 1) Het is bedoeling van S. de zeefronten te verdedigen. Red. 28

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 28