Ondanks de troepenverplaatsingen naar het Oosten en de sterke marsch- en gevechtsverliezen steeg de kans op overwinning door zetten en wat durven wagen, was voldoende geweest. Joffre had zijn Hoofdkwartier reeds naar Chatillon verplaatst en stellingen doen verkennen, zelf geloofde hij, volgens schrijver, niet meer aan de overwinning. De O. H. L. was den 7den Septr. bij Suippes, den 11 en bij de O. Ks. om zich persoonlijk op de hoogte te stellen. Had men deze voor de hand liggende maatregel eerder getroffen, dan zou de zen ding van Overste Hentsch achterwege zijn gebleven. Dit zou van te meer belang zijn geweest, waar het niet uitge sloten schijnt, dat de gevolmachtigde zijne bevoegdheid als zoo danig heeft overschreden. Gen. Tappen,.die op grond van zijne betrekking op de hoogte kan worden geacht, verklaart dat H. niet bevoegd was in naam van de O. H. L. bevelen te geven voor den terugtocht, maar hij er voor had zorg te dragen, dat bij een eventueelen terugtocht het verband tusschen de legers niet verloren ging. Waar het bevel tot den*rterugtocht bij het 2e leger wel in over leg met, doch niet door overste Hentsch is gegeven, draagt von Bülow daarvoor de volle verantwoordelijkheid. Van D. zijde beschouwd zal n. m. m. de opdracht aan Hentsch het donkere punt v|h Marnedrama blijven. De toestand v/h 2 leger, wanneer H. zich bij het O. Ko meldt, is bevredigend. Midden en linkervleugel zijn in een gunstig verloo- pend offensief. Uitsluitend op grond van den toestand bij het le. leger besluit men tot teruggaan. Daarna is H. ten hoogste ver baasd, wanneer hem door den Stafchef le. leger te Mareuil een „Gefechtslagë" wordt geschetst zoo geheel verschillend van het beeld, dat men er zich bij O. K. 2 van heeft gemaakt. Ook bij het le. leger een offensief* waaraan de vijand geen weerstand heeft kunnen bieden. Maar te laat leert H. den juisten stand kennen, het le. leger moet terug, waar de beweging bij het 2e. leger reeds is aangevangen. Mij is het een raadsel waarom Hentsch, waar het hier om zoo'n uiterst gewichtige beslissing ging, niet eerst voordat tot de uitvoe ring van het besluit, welker draagwijdte toch onmogelijk kon worden onderschat, werd overgegaan, zich persoonlijk ter plaatse heeft overtuigd, dat de inzichten van O. K. 2 juist waren. Een autorit van slechts enkele uren zou zekerheid hebben ver schaft. Von Kuhl en Hentsch zouden n. m. m. het dan wel eens zijn geworden, en het terugtochtsbevel niet zijn gegeven. IV. Het operatieplan '14 was niet in overeenstemming met de denkbeelden van Schlieffen. Volgens v. Kuhl omvatten de plannen volgens de denkbeelden 43

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 43