Van dag tot dag schetst Bloem, wat hij en zijne Compagnie in Aug. en Sept. hebben doorgemaakt, welke inspanning van hen is geëischt. Geen brood, geen schoenen, geen rust, marcheeren of vechten to the bitter end En dat is de beschrijving van den voor- marsch van één compagnie, maar zoo zwoegden en streden er bij het le. leger 500. Ruim 120.000 man, onder model bepakking, in geforceerde marschen, bij een drukkende hitte, langs eindeloos lange, stoffige wegen, in bijna onafgebroken contact met den vijand voorwaarts," met slechts die ééne gedachte bezield, tot den laatsten druppel zweet, tot den laatsten druppel bloed. Meer kón niet gegeven worden Toch heeft n. m. m. de snelle opmarsch door België en N. Frankrijk geen overwegenden, onguirstigen invloed op den uitslag v/d Marneslag gehad. Aangenomen, dat de troepen wat„Marsch- leistung" betreft aan de uiterste grens v/h mogelijke waren gekomen, dan zou juist de veldslag aan die rusjlooze vervolging een einde maken. De tot het uiterste opgevoerde inspanning zou met de overwin ning worden bekroond. Dat was aller overtuiging in het D. leger. Er was n.m.m. begin Sept. geen soldaat, die niet a|d vernietiging van het Fr.-Eng.-leger geloofde, wanneer het tot den beslissenden slag zou komen. De laatste inspanning, die zou worden gevraagd, die voor het aangaan en doorvoeren van dien slag, zou de zege, het einde brengen. En de geest i|h D. leger was er borg voor, dat elk soldaat zijn willen en kunnen tot het laatste greintje energie voor dat doel beschikbaar stelde. Voor zoover mij bekend, heeft de houding v|d D. troepen in den Marneslag getoond, dat de gevechtskracht ongebroken was en de doorvoering v/d veldslag niet zou hebben schipbreuk geleden op de oververmoeidheid der troepen. Aan het einde van mijn artikel gekomen stel ik de vraag Zou de Marneslag, wanneer niet tot den terugtocht was besloten een D. overwinning zijn geworden Ik geloof niet, dat deze vraag met zekerheid kan worden be antwoord nóch in ontkennenden, nóch in bevestigenden zin, De wijze waarop von Kluck, zoodra hij het dreigend gevaar voor zijn rechterflank onderkende, het energiek besluit heeft genomen, om ondanks den vijand voor zijn front, zich met al zijn korpsen op den verrassend aanvallenden Manoury te werpen, en dit besluit heeft ten uitvoer gebracht, is boven allen lof verheven. Ten slotte stonden 120.000 man van von Kiück tegenover 90.000 man van Manoury. v. Kuhl schrijft: Die le. Armee war am 9 Sept. mittags ihrer Sache sicher. Nach unendlicher Miihe hatte sie endlich alle ver- fiigbaren Truppen zum Angriff des Feindes zusammengefaszt 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 47